ten, zo 't ymand voorstelde, en vast daar by bleven, dat men van zo-
danige dingen niet reppen moe
st, om dat door dezes Mans handelinge
alleen niet aan ons, maar ook aan de Nabuuren en verre Bond-genoten
veel
sechade is aan gedaan, en dat dit ligt scheynen mogte dat men door
deze vertellingen zyn lof ofte roem verbreyd had: Neen, ik noeme hem
in den Tytel den Alderfameu
sten Zee-rover; zo weynig tot zyner ver-
heerlyking als Numroth een geweldige Jager voor den Heere genoemt
word; niet om zyn goede, maar kwade Fame, die over gant
sch Europa
verbreyd, ja ook in de deelen van libien, Mauritanien, Fes, Marocca,
en langs de ku
sten van Mooren en Indiën door gevlogen was, en waarlyk
het kwaad dat 'er uyt zoude mogen volgen, wyl andere volkeren, door
't overwegen zyner Succe
ssen in die weynige Jaaren dat hy leefde (dit le-
zende) hem zelven opwekken zoude, om diergelyke actien mede te be-
ginnen, en daar door ons Land, Nabuuren en Bond-genotens Lande be-
schadigen mogten. Ja zekerlyk, dit zoude een zorgvuldigheyd wezen, zo
wanneer die plaats houden mogt onder de Men
schen-kinderen; die in een
korten tyd alle de hi
storien, Chronyken, en voornamelyk de journalen
ofte Jaartyd-boeken (die nogtans voor alle tyden voor het ligt der waar-
heyd, ende den weg tot goede zeden genaamt zyn, zelfs by de ver
stan-
dig
ste Vorsten en Heeren geprezen) van boven neder zoude werpen in
Lit[his?] poel, ofte in den afgrond der vergetenheyd; want in dezelve vind
men de voornaam
ste daden van de aldergrootste Monarchen, Keyzeren,
Koningen, Vor
sten, Prinssen, Graven, Baronnen, Edelen ende On-
edelen, Burgeren en Boeren, die mee
st altemaal met goddeloze, moet-
willige, treurige, ende wonderlyke lands-
schadelyke dryf-togten verzien,
daar de verlokkinge van ver
scheydene haastige opkomingen, onregtvaar-
dige verkryginge van Kroonen, Schepters, Heer
schappyen, Magten,
Middelen, Rykdommen, en met het weelderig bloeyen de Goddeloo
sten,
moetwillig
ste, en alderkwaadste Menschen, zekerlyk nog een anderen en
verderen indruk op het haare geven zoude; nogtans en worden die niet
alleen be
schreven, uyt grooter voorweetenheyd ende welberadenheyd
van geleerde Mannen, maar ook daar over begaaft van wel-wyze Vor-
sten; niet anders weetende, ofte zulks gedeyd omme de kwade te laste-
ren, en de vroomen te pryzen, ja om aan te wyzen en overvloedelyk te
vertoonen, niet, hoe dat men de kwade na volgen zoude, maar de goede
en vroome, en dat men daarom, als in een Spiegel zien kan, hoe dat
ook zelfs in dezen leven het den Goddelozen vergolden word. Die het
mogt verwonderen, waarom dat ik hier niet breder van en handele: ende
in die ordre als wel in eene Hiftorie verey
scht word, moet weeten dat
het my aan
stof ontbreekt, en niet minder, aan de Maat-stok om alles
te
schikken en te stellen, want zo veel Compaan aan gaat, die byna van
alles een oog-getuyge geweeft is, die heeft hem van eer
sten aan zeer in-
getogen gehouden, en byna niemand zyn dingen willen vertellen; dan
zomwylen hier en daar aan weynige van zyne goede bekende, en die hy
vertrouwde , zeide hy zoo veel als hy wilde ; want wanneer hy be-
merkte dat ymand hem ern
stelyk vraagde om zulks te annoteren , of dat
hy vreesde zy het verhaalde zouden op
schryven, zo trok hy zyn Woor-
den binnen en woude niet meer zeggen. Ik had lang gehoopt om te ko-

men


Home | Pagina 2 | Pagina 4

1