VOOR-REDEN tot den LEZER.
et zal mogelyk ymand vreemd dunken waarom ik de moeyte geno-
men heb, te befchryven de verhandelde Daden en schadelyke Dryf-
togten van den alderfameusten Zee-rover Claas G. Compaan ; terwijl zyn
gantsche doen en laten niet anders heeft gestrekt dan tot ruïne van ver-
scheyde Volkeren, en voornamelyk van de Ingezetenen onzes Vaderlands ,
en die Edele en vrye Zee - vaard, en handelingen in vreemde Landen;
Vriendschap der Bond-genoten , en wat des meer is ; zo heeft gevioleerd,
dat 'er menig Arm door zyn geworden, en van 't haare berooft, zonder
hem alleen een weynig te verryken, desgelyks nog by brengen ('k weet
niet door wat vreemde zorge of zeldzame imaginatie) dat zodanige dingen
geschreven zynde, zeer gevaarlyk mogten wezen voor zwakke zinnen, om
daar door geinfecteert te worden tot de dryf-togten des Herten, om dierge-
lyke actien mede in 't werk te willen stellen , op hoope van zodanigen
succes te bekomen, aanfchouwende de voorspoedige voortgang , het ge-
lukkig middel, en geen boos eynde ; daar benevens mag het andere in
tegendeel verwonderen, waarom ik deze zyn wonderlyk en schadelyke
Dryf-togten, niet volkomen en in zyn geheele geschrift , zo als men
gewend is ymands leven, handel en wandel te beschryven, het welke een
werk konden geven, als men gemeenlyk zeyd, van d'ander Wereld, of
ten minsten, waarom dat ik niet zorgvuldig het klouwen by den Draad
gezogt, en een regt agter- een volgende verhaal, Dag tafels-wyze; ge-
maakt hebbe ; want diergelyk een keten aan malkander gehegt, des te
aangenamer zoude zyn om te doorlezen; en die alles wanneer my daar
over gevraagt wierd, van 't eerste zo als 't laatste: Te weeten, dat ik
in dezen deele overgemaakt hebbende de wonderlyke en Lands-schadelyke
handelingen, van dewelke doen de gantsche Wereld waagde, nodig agter
daar van iets wat met fondament te zeggen: niet van voornemen zynde
omme den Duyvel een kaarsse te ontsteeken: of zyn beeld op 't altaar te
zetten, alzo weynig als de geene die zyn werken doen, met alle zyn
hoedanigheden bekend te maaken, daarom niet behooren geagt te worden
hem geprezen te hebben, gelyk als of wel op het lof van Nero beschre-
ven, hem groote eere toe voegende, ofte van eenig ander kwaad, want
buyten twyffel is daar vergrypinge in. Nu de geene die het leven, han-
del en wandel van Nero, of die aard, natuur en gestalte van de Februs
befchreven hebben; want dat is de Historie en Medeçyn kenners gemeen,
datze alles aan tekenen wat tot die maniere diend. Zelfs den hoogsten
graad van het goede en van 't kwade, van de Dood en van 't Leven, van
Gezondheyd en van Ziekte. Wanneer ik op dezen tyd voorgenomen had,
om te verhalen 't leven en bedryf van zo veele bozer en Goddelozer
Keyzeren, Koningen, Vorften, Prinssen, Graven, Baronnen, Edelen,
Amptenaren, Hoofd-Officieren, Burgers en Boeren, die in Voortyden
in de deze verdorven Eeuwen het alles in 't wilde aan-gesteld hebben,
wie zou zo uytzinnig zyn, en my na geven, dat ik de godloosheden, en
de grootste bedriegeryen, of geweld doende Moorderyen, Roven, Bran-
den, en diergelyke prees: daarom is dit zeker geen slegt voorstel te ag-
A 2 ten,
|