men tot een waare en volkomender bescheyd van veele zaken, menende
dat hy niemand beter helpen konde dan de Persoon zelfs, te weeten Com-
paan, en zogt daarom alle gelegentheyd om met hem in gesprek te komen;
maar ik vorderde niet; heb namaals uyt den mond van een Zaandammer,
Soeteboom (genaamd) gehoord, dat deze veel door vrienden aanhouden
belooft was in prezentje van d'Officier Pieter van Soutelande, en de
Secretaris Jacob de Graaf, dat hem eenige bezondere dingen hy dito com-
paan in minnelyke Communicatie zouden verhaald worden; maar zulks
navorzende, verstonden van de gemelde H. S. dat hy hem niet vinden liet
ter gestelder tyd en plaatze doe men hem zogt: hem van andere daar over
aan gesproken zynde, zoude gezegt hebben, ik en wil hem niet een Duy-
vel zeggen, ey dog, zoude ik die lieden daar mede aan de Galg helpen,
wanneerze ook al meende te Roven gelyk ik gedaan heb , zo vielenze
wel haast in den Strop, en zouden Opgehangen worden. Hy, verwonderde
hem met my van deze blauwe uytvlugt: en doen ik geen meer bekomen
konde, dan 't geene de Vriend my nog mede deelde, dat hy van langza-
mer hand by malkander verzameld had, moeft ik ook roeyen met de rie-
men die my ter hand besteld waaren, zeer verstyft zynde met de memorien
van dito Soeteboom; en voornamelyk met de aantekeningen van Nicolaas
à Wassenaar, die veele dingen daar van zorgvuldiglyk beschreven in 't ligt
gegeven heeft; zulks hy Compaan zelver verklaarde by gelegentheyd (het
dertiende-deel van Wassenaar doorziende) zeggende; en bekennende dat
'er veel dingen regt en na de waarheyd gesteld waaren, ook veele dingen
niet. Want Compaan veelmaal zyn tyd-verdryf nemende by eenen Jan
Vechtersz. tot Oostzanen, zyn Over-buurman, vertelde zo nu en dan din-
gen, die hy wel leyden mogt datze het wisten, en buyten twyffel uyt
de beste ben. Gemelde Smit deed eyndelyk het zyne ook daar toe, en
verhaalde nog dit en dat daar by. Waar op Claas Compaan hem vraagde
wie zulks gezegt had ? Antwoorde zuls wel te weeten ; maar van wie
vraagde hy wederom ? van Nicolaas Wassenaar zeyde Jan Vechtersz. in de
Historie van Europa aan het dertiende Deel: het welke voor den dag ge-
bragt wierd. Hy dit ziende bezag ook alles meermalen over, en sprak,
daar zyn veele zaken in die onwaaragtig, en nooit geschied zyn, maar
my verwonderd zeer dat gemelde Wassenaar zo veel te weeten gekomen
is van myn handel en doen, 'k en gelove niet dat eenige van myne Sche-
pen zulks hadde konnen overschryven, want zeyde hy, wy hadden van
overlange de Journalen (ofte Dag-tafels) nevens de andere Boeken buyten
Boord geworpen; niet te min hy mogt wel weeten dat een geleerd, wel-
ervaren en nauw doorsnuffelend Man, als gemelder Wassenaar was, uyt
een ruyg ontwerp, een beknopte Beschryvinge konde maken, een werk van
een volkome Historie met een vloeyende welsprekentheyd, daar zyn
gewisselyk ook in andere Talen dingen aan getekend die andere Landen
betreffen, zo wordenze als dan ook als de Vogelen door de Lugt, en
over de gantsche Wereld vervoert, hoe veel te meer dat men aan den
dag, in 't-oog van zo veel Menschen, en verscheyden Natien bedryft,
Ik heb hier in geene of zeer weynig ordre van Jaaren konnen houden en
minder van Dagen, wanneer dit ofte dat geschied is, behalven op zom-
mige plaatzen, daar van andere Schryvers Jaar en Dag aangetekend word,
A 3 en
|