Hoofdstuk 3

Genezing van een AIDS-patiënt
1 Lang daarna kwam Jezus eens in Brussel, om Zijn Blijde Boodschap te prediken. Hij was begonnen met preken in de Nieuwstraat, 2 en daar kwam een man naar Hem toe, klein en mager. De man had AIDS, en smeekte Jezus hem te genezen, maar Zijn leerlingen hielden de man tegen, 3 vrezend dat hij Jezus zou besmetten. Doch Jezus gebood hen de man tot bij Hem te laten komen, waarop ze hem dadelijk los lieten. 4 En de AIDS-lijder strompelde naar Jezus toe, viel op zijn knieën voor Hem en smeekte: 5 "Heer, U bent zo genadig. Genees me van deze ziekte." Jezus sprak: "Sta op, je zonden zijn vergeven." 6 En de man stond op en was genezen van de ziekte. Hij dankte Jezus en ging heen. 7 Toen Jezus daarop wou weggaan, trad een non naar voren, die het hele tafereel met verwondering had gevolgd. 8 Verbolgen sprak zij tot Jezus: "Die man had gezondigd, weet U. En daarom was hij door God gestraft met de ziekte. Wat U hebt gedaan is godslasterlijk !" 9 "Laaghartige vrouw !" riep Jezus, "Is het een zonde te minnen wie men liever mint, in plaats van niet te minnen wie men hoort te minnen ? 10 Ach vrouw, in Mijn ogen zondigt gij meer dan die man. Gij hebt niemand lief, maar gij beweert God als man te hebben. 11 Ach, weet gij dan niet dat geen zonde groter is, dan te denken dat God u alleen toehoort ?" 12 Maar de non wilde niet luisteren naar Jezus woorden; ze schold Hem de huid vol, en wenste Hem de dood toe. 13 Somber om zulk een haat en onbegrip, verliet Jezus de Nieuwstraat, gevolgd door Zijn leerlingen.

De roeping van Levi 14 Bedroefd om wat de non Hem gezegd had, liep Jezus verder door de straten van Brussel. 15 Langs de straatkant zag Hij een junkie zitten, die de voorbijgangers uitschold. Zijn naam was Levi, en hij was van vreemden bloede. Jezus ging naar hem toe en sprak: 16 "Ook gij zult Mij volgen, Levi." Levi keek Hem aan, maar hij aarzelde nog. 17 "Kom mee," zei Jezus, "dan zult gij Gods Geest leren kennen." En Levi stond recht en volgde Hem.

Feest in het huis van God
18 En zo kwamen zij voorbij een bouwvallige kerk. En Jezus sprak: "Laten we in het huis van God feest vieren." 19 En zij gingen binnen, zetten er tafels en stoelen klaar, en plaatsten er een muziekinstallatie. Jezus bestelde vijf broden en twee vissen, en zevenenzeventig vaten bier. 20 Toen liet Jezus Zijn leerlingen heel de stad rondgaan om alle mensen uit te nodigen. En talrijk waren de genodigden op dat feest. 21 Onder hen waren vele bedelaars, migranten, pendelaars, straatkinderen, clochards, ambtenaars, drugverslaafden en hoeren. 22 En er werd gegeten en gedronken, gedanst en gezongen, en Jezus vertelde de schunnigste moppen, die iedereen aan het lachen brachten. 23 Maar toen kwam er een priester binnen. Geschokt riep hij Jezus toe: "Hoe durft U een feest te houden in het huis van God ? Dit is heiligschennis." 24 Maar Jezus diende hem ten antwoord: "Is het dan geen heiligschennis, wanneer gij elke week weer een eucharistieviering houdt in dit huis van God ?" 25 Hierop wist de priester niets te zeggen, en kwaad droop hij af.

Het feest dat toch doorging
26 Maar gauw was al het bier opgedronken, en Jakobus en Andreas kwamen naar Hem: 27 "Heer, U moet die mensen wegsturen, want we hebben geen drank meer voor hen." Maar dat wilde Jezus niet, want het feest kwam nu pas goed op gang. 28 Hij liet Zijn leerlingen enige emmers water halen; zij zetten die neer op de tafel, waar Jezus aanzat. 29 De ogen van alle aanwezigen waren op Hem gericht, en Hij sprak: "Abracadabra !" 30 En het water veranderde plotseling in wijn, onder het daverend applaus van de genodigden. 31 Zo kon het feest toch nog doorgaan, want Jezus zorgde de rest van de dag voor wijn.

De overspelige vrouw
32 De dag daarop ging Jezus alleen prediken in Brussel. Zijn leerlingen gingen niet mee, want zij hadden een kater. 33 Maar Gods Zoon had helemaal geen last van zulke aardse kwalen. 34 Daar liep Hij door de buurt van het Noordstation, toen een vrouw naar Hem kwam. Zij had overspel gepleegd, en smeekte Hem haar zonde te vergeven. 35 Jezus gebood haar Hem te volgen, en Hij leidde haar naar een klein huis, waarin rode lampen schenen. 36 Zij kwamen een kamer binnen, waar slechts een bed stond. Daar ontkleedde Jezus Zich. 37 Hij sprak: "Twee mannen hebt gij gemind, en nog zijt gij niet tevreden. Dus zeg Ik u: derde keer, goede keer." 38 Daarop smeet Hij haar op het bed en nam haar; en Hij bevredigde haar, zoals geen mens haar ooit had kunnen bevredigen. 39 Vier dagen en vier nachten aan een stuk bedreven zij de liefde, tot Jezus haar helemaal had uitgeput. 40 Vermoeid sprak zij toen: "Maar Heer, heb ik nu niet opnieuw gezondigd ?" Doch Jezus lachte om deze woorden en zei: 41 "Seks is geen zonde, want door de gemeenschap ontstaat het leven. Het leven is een gave Gods, zo ook de seks." 42 En zij sprak toen, vol ontzag voor de Mensenzoon: "Een groot profeet heeft mij bezocht."

/user/terug2.gif
/user/volgende.gif
/user/vorige.gif
1