|

Reactie op `Serviceverlening Het Parool
bedroevend slecht'
Geachte
heer Vormaat,
Uw kritiek op de ongestructureerde, uiterst irritante
manier waarop het noodlijdende Het Parool zieltjes
probeert te werven, is mij uit het hart gegrepen. Bellen
onder etenstijd, niet reageren op faxen enzovoorts... ik
heb het een aantal jaren terug allemaal ook meegemaakt en
dat indertijd, in de vorm van een verslag, voor het
nageslacht bewaard. U mag dat verslag op uw website
publiceren als dat u zinvol lijkt. Met vriendelijke
groet,
D. Remi
Het Parool
vier weken lang op proef
Dagbladmanager niet te stuiten
Begin september 1990 lag de nieuwe roman
Littekens, een coproductie van mij en mijn broer, in
de boekwinkels. Wat zouden de critici ervan vinden?
dachten we nieuwsgierig en we abonneerden ons tijdelijk
op een knipseldienst om dat te weten te komen. Anderhalve
maand lang kregen wij vervolgens, tegen een geringe
vergoeding, de bespreking van deze roman in dag-, week-
en maandbladen toegezonden. In de loop van oktober 1990
werd de stroom knipsels geleidelijk aan dunner en dunner
en droogde tenslotte geheel op. De recensies van Littekens
waren over het geheel genomen vrij positief maar
volgens de uitgever had dat nauwelijks tot geen invloed
op de verkoopcijfers, die naar zijn zeggen wat
tegenvielen. Nadat, op het dagblad Het Parool na,
praktisch alle Nederlandse bladen het boek inmiddels
hadden gerecenseerd, zegden we ons abonnement op het
knipselbureau op. We waren net aan het dubben of we ons
speciaal voor Het Parool elke avond door weer en wind
naar de kiosk moesten begeven, toen een van die krant
afkomstige gedrukte brief met de aanhef Volop in het
nieuws! in onze bus viel.
Die brief bevatte een uitnodiging om, voor de helft
van de prijs, vier weken met het dagblad Het Parool
kennis te maken. De tekst had men opgevrolijkt met
kleurenportretjes van een vijftal vaste medewerkers die
kennelijk tijdens het werken waren betrapt, want ze
hadden bijna allemaal een stuk schrijfgereedschap in de
hand, zoals men dat ook wel ziet op oude schoolfoto's.
Behalve Jan Vrijman, die had de vulpen in de mond en hij
keek daarbij alsof hij wel eens iets smakelijkers had
genuttigd. De brief was ondertekend door hoofdredacteur Sytze
van der Zee hemzelf en om te laten zien dat die er
heel anders uitziet dan zijn broer Siebe, had men van hem
ook een fotootje geplaatst. Hij is afgebeeld met een
exemplaar van Het Parool dicht tegen zich aangedrukt,
alsof hij bevreesd is dat iemand hem dat nummer wil
ontfutselen. Bij de brief was een antwoordkaart gevoegd
met de tekst: Ja! Ik wil Het Parool vier weken lang
voor slechts 11,- ontvangen. Pas daama zal ik
beslissen of ik abonnee word. Wij vulden de kaart
direct in en stuurden hem op, want dit buitenkansje
wilden wij ons niet laten ontglippen. Op dinsdag 30
oktober bracht de Parool-bezorger het eerste nummer van
ons vier weken durende proefabonnement. Nauwgezet als we
zijn noteerden we deze datum in onze Succes-agenda en op
het blaadje 27 november (vier weken later dus) noteerden
we als geheugensteuntje: Parool. Vandaag beslissen of
we abonnement willen voortzetten.
Koude lamsbout
Op woensdag 31 oktober werden we overrompeld door een
nieuwsgierige Parool-mevrouw die onder het eten
telefonisch wilde weten of de krant wel correct werd
bezorgd. Daar hadden we zo direct geen antwoord op, want
we zijn niet van die types die uit het raam gaan hangen
om te zien op welke manier de bezorger de krant brengt.
Maar misschien hadden de buren iets bijzonders gezien en
daarom vroegen we de dame of ze even aan de lijn wilde
blijven. We snelden de trappen af en informeerden op twee
hoog of men daar misschien een krantenjongen had gezien
die zich bij het bezorgen van Het Parool niet correct had
gedragen. De buurvrouw beweerde de vorige dag inderdaad
een bezorger te hebben gezien die zijn kranten eerst vol
met hondepoep smeerde en vervolgens overal in de bus
deed. Maar ze wist bijna zeker dat het hier een Nieuws
van de Dag bezorger betrof. De buurman van één
hoog vertelde desgevraagd dat er gisteren bij hem was
aangebeld waarna ie mand met een snorretje naar boven had
geroepen: Hé zwakbegaafde idioot, hier is je krant!.
Aha! We wisten genoeg, beklommen de trappen en vroegen
aan de Parool-dame die al die tijd geduldig aan de lijn
was gebleven of de bezorger die in onze wijk Het Parool
bracht misschien een snorretje had. Ze antwoordde dat ze
dat niet met zekerheid kon zeggen, ze wist alleen dat Het
Parool in onze buurt door een werkstudente werd bezorgd.
Dank zij dit gegeven konden wij haar geruststellen met de
mededeling dat de bezorging van Het Parool niets te
wensen overliet en mochten wij verder genieten van onze
lamsbout die inmiddels behoorlijk koud was geworden.
Metamorfose
Nog geen vier en twintig uur later ontvingen wij een
voorgedrukt schrijven van de dagbladmanager van Het
Parool, de heer H.C.Kolmer die ons onder meer meedeelde: "Hartelijk
welkom als proefabonnee van Het Parool. De komende vier
weken maakt u kennis met uw nieuwe krant en daar heeft u
een goed moment voor uitgekozen. Het Parool heeft een
metamorfose ondergaan en is weer helemaal terug in de
kring van gerenommeerde landelijke dagbladen." Een
metamorfose? dachten we toen wij dit lazen, 't is maar
hoe je het noemt. Al bij het doorbladeren van het eerste
nummer hadden we bemerkt dat gerenommeerde medewerkers
als Pieter Kuhn, Simon Carmiggelt en Henri
H.A.A.R. Knap uit de kolommen verdwenen waren. Door
een kille dagbladmanager aan de kant gezet
waarschijnlijk. Niet meer passend in deze moderne, snelle
tijd. Vooral het ontbreken van Dagboekanier zat ons
behoorlijk dwars. Vruchteloos zochten wij de eerste dagen
van ons proefabonnement naar zijn behoudende, rechtse
geleuter dat vroeger altijd op een vast plaatsje op
pagina twee was te vinden. Wat konden wij ons altijd
heerlijk ergeren aan deze fatsoensrakker. En ook als hij
eens niet in Het Parool schreef, kon hij er wat
van. Wij herinneren ons nog levendig hoe wij, in de jaren
zeventig, op het punt stonden zijn irritante brilletje
van de neus te slaan toen hij, aan de balie van
automobieIbedrijf Nefkens in Amsterdam voordringend, op
hoge toon eiste dat een monteur onmiddellijk het volle
asbakje van zijn Peugeot moest leegmaken. Hetgeen hem,
als Belangrijk Persoon, nog lukte ook.
Sigaret
Op 13 november was ons proefabonnement pas twee weken in
volle gang, toen wij alwéér een Paroolbrief in de bus
vonden, met alwéér een fotootje van de hoofdredacteur,
ditmaal geen krant maar een sigaret vasthoudend. Op
hoopvolle toon laat hij ons weten: "In de
afgelopen weken heeft u zich een beeld kunnen vormen van
Het Parool. En u weet nu vast of dit de krant is die bij
u past." Het schrijven was voorzien van een
afscheurbare bon waarop we moesten aankruisen of we een
maand-, kwartaal- dan wel jaarabonnement wilden nemen.
Wat een zenuwelijers daar in de Wibautstraat, zeg. Eerst
krijg je het aanbod om vier weken rustig met Het Parool
kennis te maken en daarna word je, terwijl je mening over
die krant nog aan het rijpen is, bestookt met
telefoontjes en bedelbrieven. Dat was natuurlijk de
schuld van die gedreven, supersnelle dagbladmanager,
meneer Kolmer. We besloten hem eens te laten weten hoe we
over zijn bliksemacties dachten en stuurden hem daarom
diezelfde dag nog een gepeperde fax. Daags daarna werden
wij, opnieuw tijdens de avondmaaltijd, telefonisch
gestoord door alweer een dame van Het Parool. In onze
onschuld dachten we eerst nog dat het de secretaresse van
de dagbladmanager was die excuses kwam aanbieden. Het
bleek echter een op stukloon werkende mevrouw te zijn die
ons op deze ongelegen tijd óók al voor een abonnement
wilde strikken.Wij refereerden aan de nog geen
vierentwintig uur geleden door ons verstuurde boze fax
aan H.C.Kolmer, de dagbladmanager. Ze bleek van die
functie nog nooit te hebben gehoord. ''Bedoelt u Siebe
vart der Zee?" informeerde ze, waardoor wij haar
nota bene ook nog moesten uitleggen dat het ten eerste
geen Siebe maar Sytze moest wezen en dat ten tweede geen
van beide heren dag- bladmanager was maar dat ene Kólmer
voor dat baantje was ingehuurd. "En laat u ons nu
met rust onder het eten", blaften we in de hoorn,
"we lezen Het Parool pas twee weken en hebben ons
nog geen mening kunnen vomen over die krant. Als de vier
weken van het proefabonnement voorbij zijn, mag u opnieuw
bellen."
Dat beloofde ze te zullen doen. Intussen werd die
krant wel elke dag correct bezorgd. En op zaterdag 17
november, negen dagen voor ons proefabonnement afliep,
werd onze debuutroman Littekens dan eindelijk in Het
ParooI besproken. Vernietigd is een betere
uitdrukking, want de criticus liet weinig heel van ons
meesterwerkje. Eerst waren we natuurlijk nijdig en
teleurgesteld, maar toen we de dodelijke recensie twintig
keer hadden doorgelezen, kwamen we geleidelijk aan tot
het besef dat recensent B.Polak in zijn conclusie:
"Meneer Remi, sodemietert u nou 's gauw even op met
die tinnef van u, ja?" (zie Het Parool van 17
november 1990, in het kunstkatern op pagina 51) eigenlijk
gelijk heeft. En na er een nachtje over geslapen te
hebben, kwamen we tot de conclusie: Onze roman Littekens is
slecht en riekt inderdaad naar spruitjes. We waren
zo blij dat Het Parool ons had wakker geschud dat we
besloten een levenslang abonnement op deze uitstekende
krant te nemen. En we wachtten dan ook met smart op het
telefoontje van de Parool-dame die beloofd had na afloop
van het proefabonnement wederom contact op te nemen.
Laatste nummer
Op maandag 26 november, exact vier weken nadat ons
kennismakingsabonnement was ingegaan, ontvingen we het
laatste proefnummer. Sindsdien hebben we niets meer van
van der Zee of Kolmer vernomen en ook de Parooldame die
beloofde ons na twee weken terug te zullen bellen, hield
zich muisstil. Maar wie dacht dat het van Paroolzijde
sindsdien volstrekt stiI bleef, vergist zich. Van de
abonnementen- administratie van dit krantenbedrijf hebben
we inmiddels (het is nu 2 december) al twee aanmaningen
voor betaling van het kennismakingsabonnement ontvangen.
Een bedragje ( 11,-) dat overigens al op 5 november
van onze rekening bij de Postbank werd afgeschreven. We
zijn benieuwd of Het Parool inderdaad tweemaal wil vangen
voor één proefabonnement, maar dan zullen ze met de
deurwaarder moeten komen. We houden u in ieder geval op
de hoogte.
|
|