Een reisverslag

Franse Boeren Hopen Op Natte Drôme

Halverwege augustus propten wij ons automobieltje vol met slaapzakken, verschoningen, gebitsverzorgende producten, elke-dag-shampoo, onze (inmiddels ex-)echtgenote en onze kinderen en spoedden ons naar de kilometers lange files en in de zon zinderende bergtoppen van Frankrijk en Italië, op zoek naar nieuwe avonturen.

In het zo fraai gelegen Franse département Drôme bleek het al sinds april niet meer geregend te hebben. En zoals we met eigen ogen waarnamen, is de gelijknamige rivier, die onder normale omstandigheden wordt gevoed door het van de berghellingen stromende regenwater, nog maar een dun, door algen vergiftigd stroompje, waar de forellen, nerveus heen en weer schietend in ondiepe plaatselijke waterenclaves, op betere en nattere tijden wachten. Ook de boeren wachten hoopvol tot donkere wolken zullen opdoemen. Zij gaan spaarzaam om met het diep uit de bergen opwellende bronwater en gebruiken dit kostelijk drink- en sproeivocht nog slechts mondjesmaat. De aanhoudende droogte is een ramp voor zowel het gewas op de akkers als dat van lijf en leden. De bevriende, nog altijd saxofoon spelende en van achtcilinder Traction Avants dromende landbouwer, geiten- en druivenmelker uit Ponet, bij wie wij een week lang gastvrij onderdak genoten, riep ons op vooral zuinig met water te zijn. Onze (inmiddels ex-) echtgenote (31) schrok van die goede raad zodanig dat ze de gehele week geen bad durfde nemen maar zich in plaats daarvan, alle waarschuwingen en verbodsbepalingen negerend, reinigde in de tot een beekje verworden rivier.

Wij verbleven zoals gezegd zeven dagen in het arrondissement Drôme en pakten en passant ook nog een puntje Italië mee, want de grens met dat land is daar toch vlakbij. Maar wees gerust, we zullen u niet vermoeien met de vaak tot gapen aanzettende beschrijvingen van landschappen en stedelijk schoon of het opsommen van hoofdjeuk verwekkende culturele en folkloristische bijzonderheden. Dat soort verhalen kunt u immers al te kust en te keur vinden in de boekhandel, bij de openbare bibliotheek of in de vele tijdschriften en magazines die, al dan niet gratis, menige brievenbus binnenglijden. Nee, wij willen het hier, zoals u van ons gewend bent, uitsluitend hebben over de kleine ergernissen en vreemde voorvallen waarmee we op de route Amsterdam-Gent-Lille-Parijs-Lyon-Valence-Die-Susa-Turijn vice versa en op tochtjes in de omtrek werden geconfronteerd, en waarbij we en passant ook enkele culinaire en alcoholische aspecten zullen belichten.

Ons verslag begint vanzelfsprekend in België, het niemandsland dat ook al niet meer is wat het geweest is. Het laatste houvast dat de Nederlander er nog had, het vijftig frank biljet, bleek sedert maart aan het betalingsverkeer te zijn onttrokken en werd nergens meer geaccepteerd. En wij hadden daar juist al die tijd een heel pak van bewaard! Het vijftig frank biljet herkent men aan de afbeelding van koning Boudewijn (boezemvriend van Bhumibol, vorst van Thailand) en echtgenote die, gelet op hun bezorgde gelaatsuitdrukking, kennelijk naar een weinig koningsgezind programma op de BRT zitten te kijken.


Belgisch Voormalig Vorstenpaar: waardeloos!

Het vijftig-frank-biljet plotseling volkomen waardeloos! Hebben we daarvoor nou kabeltelevisie waarmee we de Belgische televisie kunnen ontvangen? Nog nooit hebben we op die zenders iets gezien of gehoord over Belgisch geld dat alleen nog maar voor Monopoly is te gebruiken. En door dat gezeik kwamen wij op de terugweg bij een Belgisch benzinestation midden in de nacht behoorlijk in de problemen.

Met veel muntjes en een paar bankbiljetten die nog wél iets waard bleken te zijn, kwamen we uiteindelijk nog 25 Belgische franken tekort. “Geef dan maar 25 Franse francs” riep de pompbediende optimistisch vanuit zijn overvalvrije hokje, waarschijnlijk hopend dat we op dat late uur het verschil tussen beide muntsoorten niet meer zouden weten. Maar daar trapten we niet in. Kort daarvoor waren wij namelijk al behoorlijk wakker geworden toen ons voor de tolwegen (Péage) gereserveerde potje opeens niet toereikend bleek te zijn, terwijl we toch nauwgezet hadden uitgerekend wat we verschuldigd waren. Voor het weggedeelte Belgische grens-Parijs namelijk, dat nu ook aan tolgeld onderhevig is, betaalden wij op de heenweg 36 Franse francs, maar op de terugweg (dus van Parijs tot de Belgische grens) vroeg men voor datzelfde traject in omgekeerde richting (waar je overigens door wegwerkzaamheden nauwelijks opschiet) opeens 50 francs! Waarom dat zo is, en of het stuk terug langer is dan het stuk heen, hebben we in het donker niet kunnen ontdekken.

Men dient trouwens met vreemd geld en prijzen voortdurend op te letten, want winkelen in Frankrijk is niet meer de ontspannende, ambachtelijke en van automatiseringswoede gespeende bezigheid die het vroeger was. Zo kochten wij in Dijon bij Intermarché (de Franse Albert Heyn) een kilopak zwarte peperkorrels (veel goedkoper dan hier), waarop een prijsje van FF 30,10 was geplakt. Toen wij later, in Zuid-Frankrijk, echter de kassabon bestudeerden, bleek men de streepjescode te hebben geprogrammeerd voor een bedrag van FF 44,00, waardoor de specerij opeens aanmerkelijk minder voordelig was dan we hadden gedacht. Wij zoeken nu het adres van het Intermarché-hoofdkantoor om in ons mooiste technisch Frans de firma een brief op poten te schrijven waarmee we het teveel betaalde gerestitueerd kunnen krijgen.

Peper spoorloos
Bij de Intermarché in Valence, Die en andere stadjes in de Drôme hadden we al eerder naar zakken zwarte peper gezocht, maar om onverklaarbare redenen waren die, net als zwarte sojasaus, nergens in de schappen te bekennen. Het assortiment delicatessen bij de diverse Intermarchés varieert overigens ook van stad tot stad en van arrondissement tot arrondissement: Dijon heeft, zoals te verwachten viel, een uitgebreid schap met mosterd, terwijl in de Drôme de Clairette de Die (een beroemde, mousserende wijn in de variëteiten Brut en Traditionel) en in de koeling Merguez Dromoises te vinden zijn. Wat zijn dat nu weer, Merguez Dromoises? Goed, dan leggen we dat even uit. Merguez zijn gepeperde rode lamsworstjes in echte lamsdarm die gebraden moeten worden voordat men ze kan consumeren. De Droomse variëteit bestaat uit gemalen rundvlees waar men schapenvet doorheen heeft gemengd en is eveneens uiterst smakelijk. Men moet echter oppassen dat men niet in witte smoking gekleed deze worstjes in de pan flikkert, want de goedkopere soorten gedragen zich tijdens het bakken als lama’s en willen tijdens het verhitten nog wel eens een roodgekleurde straal vet in uw richting spuiten.

Om tijdens ons reisje niet voor onaangename verrassingen te komen staan, hielden we dagelijks nauwgezet bij wat voor bedragjes we zoal uitgaven. Op de avond van de zesde augustus echter bleek de kas niet te kloppen en was er zomaar een bedrag van circa honderd francs zoek. Kennelijk hadden we een uitgave gedaan die aan onze registratiewoede was ontsnapt maar hoe we ons ook inspanden, die honderd franken bleven onvindbaar. Uiterst frustrerend, vooral als je zo precies te werk bent gegaan als wij. Hadden we ergens per abuis te veel fooi gegeven? Waren we ergens in een uitspanning neergestreken en hadden we verzuimd daarvan aantekening te maken? We hielden het er tenslotte maar op dat we ergens een biljet van tweehonderd francs hadden ingeleverd en van honderd franc wisselgeld hadden terugontvangen, maar het merkwaardige verlies bleef toch voortdurend aan ons knagen. (Later, terug in Nederland, kwam het vermiste biljet (serienr. 118327254) tijdens het vullen van onze wasautomaat (een Zanussi ZE 800) uit de spijkerbroek (Levi's Stonewashed) van onze (inmiddels ex-) echtgenote (uit Thailand, koninkrijk in Z.O.Azië) weer tevoorschijn.)

Dyon, existe-il?
Een merkwaardig geografisch feitje willen wij onze lezers niet onthouden: Menigeen denkt dat in Frankrijk zowel de steden Lyon als Dyon bestaan. Wij hebben ontdekt dat dit een fabeltje is, want wie in een alfabetische plaatsnamenlijst van bijvoorbeeld een Franse franse landkaart (dus een landkaart van Frankrijk die in Frankrijk is gedrukt) naar Dyon zoekt, zal die plaatsnaam niet aantreffen. Bestaat Dyon dan niet? Ja en neen. Wij hebben er, in hoge nood, met onverantwoordelijke snelheid door het centrum gereden, op zoek naar een openbare waterplaats die we echter niet konden vinden. Dus dat Dyon wel degelijk bestaat, weten wij weten wij omdat wij ons blaaspijpje daar niet het daglicht konden laten zien. En net toen we onze kleine boodschap dan maar tegen de muur van het gemeentehuis begonnen te doen, gebaarde de beheerder van een belendend bloemenstalletje (Les Fleurs John) dat zoiets niet werd getolereerd. Die John! riepen wij gekscherend, intussen toch maar stevig doorwaterend, want aan afknijpen hebben wij een broertje dood. En toch bestaat Dyon niet (althans niet op echte Franse landkaarten), want men spelt de naam van die stad met de letters D-l-J-O-N. Lyon daarentegen spelt men met een Y.

Gemene kleurtjes ontsieren landschap
Toen we Dijon in noordelijke richting verlieten, werd het natuurschoon opeens wreed verstoord door de gemene kleurtjes van een plotseling in het landschap opdoemende reclamezuil van de hamburgergigant. Onze dochter Stefanie ontdekte hem het eerst en raakte direct in een staat van grote opwinding. Net al wij trouwens, want wij hebben een grote aversie tegen landschapontsierende reclames. Het enthousiasme van de kinderen was echter zo groot dat we moeilijk dit vreselijke etablissement (een drive-in) links konden laten liggen. We hebben trouwens nog steeds een tegoedbon voor een van hun vestigingen in Amsterdam, omdat we daar hadden geklaagd dat we maar liefst een half uur hadden moeten wachten voor onze bestelling gereed was.

We schreven daarover een brief aan de manager van die vestiging, hetgeen resulteerde in een persoonlijk bezoek van de man aan ons stulpje, waarbij hij duizendvoudig excuses aanbood en ons uitnodigde voor een hernieuwde kennismaking, met attracties voor de kinderen, kijkjes in de keuken en wat dies meer zij. Maar daar was wel de voorwaarde aan verbonden, dat we eerst telefonisch moesten aankondigen wanneer we van plan waren te komen, waarschijnlijk om te voorkomen dat we wéér uren op het bestelde zouden moeten wachten. En daarom hebben we van die uitnodiging nooit gebruik gemaakt.

In Frankrijk duurde het bedienen trouwens ook knap lang en om een tastbare herinnering aan ons bezoek te kunnen bewaren, vroegen we om de rekening. Het produceren daarvan bleek wat voeten in de aarde te hebben, maar uiteindelijk kregen we toch een kassastrookje in handen, met daarop de optimistische kreet: Merci, A Bientôt ! Wie in de buurt van Dijon verblijft en vanwege dreinende kinderen die het hoog in het landschap oprijzende "Rood/Gele Teken" hebben ontdekt, noodgedwongen de gang naar de patat-met-hamburger drive-in moet maken: dat vreetpaleis bevindt zich, volgens de kassabon, in Quetigny (een plaats die wij later zelfs op de meest recente kaart niet konden terugvinden, dus misschien hebben de Fransen de aanwezigheid van dit culinaire gezwel verdoezeld door Quetigny van de kaart te vegen) en wie er met nog plakkende, vettige vingers weer wegrijdt, moet eerst hele omwegen maken voor hij weer op de weg Dijon-Parijs zit.

Hierboven de afrekening met daarop de prijzen in Franse Francs van de geserveerde zeer onfranse versnaperingen. DBL CH en ROY CH betekent double cheeseburger, resp. royal cheeseburger, NUG 6 staat voor een portie van zes stuks kipblokjes (daarbij hoort de onverwacht geheel gratis S BBQ, zijnde barbecuesaus), FRI MO is frites moyenne (een gemiddelde portie patat dus), FR SHK is een shake fraises (aardbeienmilkshake) en MO COK staat voor een coke moyenne, een beker coca-cola van gemiddelde grootte. JUS OR behoeft, dachten wij, geen verdere toelichting. Sur Place tenslotte betekent dat men al dat spul aan een tafeltje ter plekke heeft weggewerkt: er is dus geen wielerpiste rondom het etablissement waar men, op een racefiets gezeten, al stilstaand balancerend de mond moet volproppen.

Banken dicht
Toen wij maandagochtend 7 augustus aanstalten maakten de terugreis te aanvaarden, bleek tot onze ontzetting dat in Frankrijk 's maandags de banken gesloten zijn. Ook de wisselloketten buiten de hoofdingang van de banken, speciaal ingericht voor de vele toeristen die 's zomers de Drôme komen bevolken, zijn dan onbemand en potdicht zoals wij zagen toen we hoopvol het stadje Die aandeden om ons geld te wisselen. Dat was uiterst vervelend, want we hadden geen enkele Franse frank meer voor benzine, tolwegengeld, mondvoorraad en souvenirs. Wel hadden we betaalkaarten van de Postbank bij ons, en onze giromaatpas, maar daarmee kon je ten tijde van dit schrijven in het buitenland alleen uit de voeten als je over een geldig reisdocument beschikt en dat hadden wij niet, want ons paspoort was al een half jaar verlopen. En aan de lange, nauwelijks opschietende rij voor het loket Cheques Postaux van het postkantoor in Die kon je zien dat men daar niet over één nacht ijs ging en alle papieren nauwgezet controleerde voor men tot uitbetaling overging.

Hopend op een wonder besloten we toen maar op ons laatste restje benzine in de tank door te rijden naar Valence, waar wellicht op het treinstation een wisselkantoor zou zijn. We waren al eerder op dat station geweest, omdat ons zoontje Yvan zo graag de train à grande vitesse, de TGV, met eigen ogen wilde zien. Hij kon zijn geluk niet op toen kort na elkaar twee van die supersnelle treinen even het station Valence aandeden, om daarna weer voort te snellen naar de Côte d'Azur. Hij kon ze zomaar aanraken en, toppunt van geluk, mocht zelfs even vlug zo'n trein in~ en uitstappen.

Liegende Hollander
Op het moment dat wij ons in Valence aan die TGV's stonden te vergapen, waren op ruim 10.000 meter hoogte diverse in KLM-Boeings boven Frankrijk vliegende luchtreizigers bezig met het lezen van 'Flying Dutchman', het 'KLM-magazine for frequent travelers' en al die mensen werd in het artikel Making Tracks For The Future’ op pagina 22 wijsgemaakt dat het TGV-traject Lyon-Valence alleen nog maar gepland of in aanbouw zou zijn en dat er van een TGV-verbindlng tussen Valence en Marseille zelfs nog helemaal geen sprake is.


Volgens het KLM inflight magazine "Flying Dutchman" houdt de TGV bij Lyon op.

Als die passagiers uit het raampje hadden gekeken, zouden ze hebben gezien dat dat traject wel degelijk bestond. Wat een blunder! Kies daarom uw luchtvaartmaatschappij met zorg, zouden wij willen adviseren en wat dat KLM-blad betreft: dat had beter 'Lying Dutchman' kunnen heten. Wie overigens denkt dat deze woordspeling wel aardig klinkt maar dat je 'Lying' anders spelt, vergist zich. Voor alle zekerheid hebben we het nog even nagevraagd bij een authentieke Amerikaan. (Hij twijfelde aanvankelijk tussen lie-ing en ly-ing, maar zijn dictionary bracht uitkomst).

Na dit intermezzo hoog in de lucht nu terug naar Franse bodem: een wisselloket kent men op het station Valence helaas niet. Wel waren er twee inlichtingenloketten, maar toen wij daar ons hoofd lieten zien, schoven beide intormatrices vliegensvlug een bordje Fermé in de speciaal daarvoor bestemde houder. Ze bleven gelukkig wel op hun plek zitten, en in ons beste technisch Frans vroegen wij een van hen of er in een wereldstad als Valence geen voorzieningen op geldwisselgebied ten behoeve van toeristen waren. Dat van die wereldstad vond ze wel grappig. maar verder: helaas, alles dicht op maandag. Onze laatste, maar wel zeer onzekere kans om nog in het bezit van Franse franken te geraken was nu het postkantoor waar we, met veel melodramatiek en vertoning van uitgehongerde kindergezichtjes, misschien iets konden regelen. Wij verwachtten daar eigenlijk een nog veel langere rij wachtende toeristen dan in Die, die allemaal met hun blauwe betaalkaarten Franse francs wilden opnemen, maar wij bleken de enigen. En tot onze grote opluchting keek de juffrouw achter het loket helemaal niet of ons paspoort nog wel geldig was of niet, en binnen vijf minuten beschikten we over FF 800, het maximum dat men met één blauwe betaalkaart kan opnemen. En dat bedrag leek ons voor de terugreis met alles wat daaraan vastzat, precies voldoende.

Een komisch buitenland
Zoals reeds aangestipt, hebben wij ook nog een uitstapje naar Italië gemaakt omdat we er toch in de nabijheid waren. Italië bleek een van de grappigste buitenlanden die wij de laatste tijd hebben bezocht. Niet alleen heb je daar stoplichten dis tegelijkertijd op groen en rood staan, maar ook hun munteenheid, met al die nullen achter de komma, is om te schateren Verder wordt men niet-begrijpend aangekeken als men in een lunchroom een pizza bestelt. De kopjes espresso zijn er wel prima van kwaliteit, maar veel te klein en ook nog maar voor een derde gevuld. Men staat ook even met de ogen te knipperen als men ziet dat flatbewoners hun overgordijnen niet gewoon binnenshuis en achter de ramen hebben opgehangen, maar op de balkons, wapperend in de wind.

Italianen zitten graag op balkons: wij zaten in Turijn op straat onder een galerij tussen bloempotjes met oreganoplantjes exquis te dineren, toen de zuster van Anna Magnani, die aanvankelijk op haar minibalkonnetje hoog in de galerij zat te broeden zoals een duif onder een brug in de Amsterdamse grachten, plotseling begon te krijsen tegen een piepklein Sophia Lorentje dat vlak voor ons tafeltje op de trottoirtegels zat te wateren.

Het is wel een beetje afzien voor degene die (zoals wij deden) vanuit De Franse Drôme Italië binnenrijdt, want aan de grens worden de paspoorten nog echt bestudeerd. Deze tijdrovende procedure veroorzaakt een honderden meters lange file boven op een bergtop, waarbij Italiaanse automobilisten al driftig beginnen te toeteren als een eveneens wachtende voorganger in de stoet niet snel genoeg naar hun zin naar de achterbumper van zijn voorganger kruipt. Is dat alles achter de rug, dan belandt men in het Italiaanse stadje Susa waar de koopwaar behalve in lires ook nog in franse franken staat geprijsd, wat het omrekenen naar Nederlands geld eenvoudiger maakt en waar u wordt verwelkomd, bedankt en uitgewuifd met begrijpelijke 'Bonjours', 'Merci's’ en 'Au revoirs'. Susa lijkt in zoverre op grensplaatsen in Luxemburg, dat er uitgebreide supermarkten zijn waar voornamelijk alcoholische dranken uit alle werelddelen worden verkocht. Die zaken worden druk bezocht, want alcohol is in Italië aanmerkelijk voordeliger dan in Frankrijk. Grappa (een soort Marc, dus gestookt uit droesem en pitten) en Strega (een likeur) zijn er de nationale dranken en wij voelden ons voor weinig geld al snel bijzonder nationaal worden. Pronto! Arrivederci! Rijdt men daarna echter verder Italië in (wat wij niemand kunnen aanbevelen), dan is het met die paradijselijke tweetaligheid en veelflesserij gedaan en zodra men Turijn heeft bereikt, breekt de hel los.

Dolgedraaide stoplichten
Op de eindeloze boulevards naar het centrum staan namelijk om de honderd meter stoplichten. Sommige zijn niet groen of rood, maar tegelijkertijd groen en rood, sommige staan altijd op rood en andere springen in de ons bekende volgorde van groen naar rood. Maar hoe rood een stoplicht ook is, auto's met Italiaans kenteken rijden er altijd doorheen en als wij 'altijd' zeggen, bedoelen we ook toujours, immer, always. voortdurend, steeds, te allen tijde.


In 1970 bezocht de bekende rockster Elvis Presley (1935-1977) de Italiaanse plaats Susa.
Het daar te zijner ere opgerichte standbeeld werd door souvenirjagers al snel van diverse vitale onderdelen ontdaan.

En dan is er nog de variant die ons in het centrum van Turijn opviel. Die variant houdt in dat iedereen op kruispunten langzaam door het rode stoplicht rijdt, waarschijnlijk in de hoop dat tijdens deze actie het licht wel weer op groen zal springen. Vroeg of laat gebeurt dat natuurlijk ook, maar intussen zit dan wel het elkaar kruisende verkeer muurvast.

En tot overmaat van ramp spreekt men in Torino geen Frans meer en ziet de prijs van (om maar eens wat te noemen) een eenvoudig stukje knoflookworst er astronomisch hoog uit. De eenvoudigste manier om de prijs in lires naar guldens om te rekenen, bleek na vele vergeefse pogingen tot rechtstreekse conversie uiteindelijk het 'Franse franc' ezelsbruggetje. Dat wil zeggen: als men een fles Johnny Walker Black Label van 100.000 lires tegenkomt en men wil weten hoeveel men voor een nader contact met deze gesoigneerde Wandelaar in Nederlandse munt kwijt is, dan verwijdert men eerst de laatste twee nullen: men verkrijgt dan 1000, een zeer hanteerbaar getal. Vervolgens deelt men die 1000 door 20 en dan heeft men het aantal Franse francs (50 dus) verkregen. 100.000 Italiaanse lires is derhalve 50 Franse francs. Nu zitten we al dicht bij huis, want wat we nu alleen nog even moeten doen, is die 50 door drie delen om te weten wat die aangename heer met wandelstok in het Nederlands kost. Als u dit verhaal op dit moment echter in een oud tijdschrift als laatste gebruiker van een goedkope leesportefeuille aan het lezen bent, kunt u beter eerst even elders verifiëren of genoemde koers nog wel klopt.

Geld wisselen bij een bank in Turijn is een komische aangelegenheid. Na het inleveren van een biljet van honderd gulden denkt men even dat de kassier gek is geworden: men ontvangt vele, vele Italiaanse bankbiljetten met onvoorstelbaar veel nullen bedrukt retour, waardoor men tijdens het natellen in een feeststemming geraakt; een gevoel dat overigens snel verdwijnt zodra men voor die nullenorgie ook daadwerkelijk iets probeert te kopen, zoals ansichtkaarten of een pakje sigaretten. Uw aanvankelijk zo rijk gevulde beurs zal daardoor al snel slinken. Bij de Banca Nazionale Del Lavoro wilde men per se een geldig reisdocument zien voordat de transactie kon plaatsvinden. Maar deze bureaucratische precisie leidde in feite tot niets, want bij het in de computer invoeren van onze persoonsgegevens nam men doodleuk onze eerste voornaam als achternaam, zodat wij op de afrekening onszelf nauwelijks herkenden.

Soepstengels
Turijn heeft ook een omvangrijke graanverwerkende industrie, met als beroemdste product flinterdunne soepstengels, de 'Grissini Stirati Tornesi', die in handzame vier-stuks verpakking bij elke maaltijd worden geserveerd en waar we in de supermercato meteen maar een baal van hebben aangeschaft, zodat de kinderen er weer een eetbaar speeltje bij hadden. En wie, al knabbelend op zijn grissini's, door het stadscentrum dwaalt, stelt zich voor dat de grote Zuidamerikaanse steden er ongeveer zo uitzien. Robuuste, okerkleurige architectuur uit het begin van deze eeuw, en achter de gebeeldhouwde vensters vermoedt men mijmerende bejaarde fascisten in pluche fauteuils: kortom gave. ouwe en echte huizen in deze stad. waarop tijdens oorlogen kennelijk weinig of geen bommen terecht zijn gekomen. Potverdorie, dreigt dit toch nog een ordinair reisverslag te worden! Maar gelukkig is de stad ook nog beroemd vanwege de Lijkwaden van Turijn. die dan ook op elke straathoek worden aangeboden.


In Turijn wordt de toerist op praktisch iedere straathoek lastig gevallen
door armoedig geklede blinde straatventers die zich bezig houden met
de verkoop van lijkwaden

Terug in de Drôme
Al knabbelend op onze grissini’s aanvaardden wij de terugreis naar Frankrijk, via dezelfde weg als we gekomen waren. In de Drôme was het op dat moment, ondanks de nog steeds aanhoudende droogte, meloenen-, perziken- en knoflooktijd. Voor noten, kweeperen en ander hard fruit bleek het nog te vroeg in het seizoen. Als een landbouwer knoflook ter verkoop aanbiedt, staat op zijn uithangbordje niet 'Ail' (knoflook) maar 'Aulx' (knofloken). De kistjes pèches en melons worden in stalletjes aan de kant van de weg door de cultivateurs zelve tegen spotprijzen van de hand gedaan.

De dag voor onze terugreis stopten we bij zo'n stalletje om te informeren vanaf hoe vroeg men de volgende ochtend geopend was, om er zeker van te zijn dat we onze bagageruimte op het laatste moment nog konden volproppen met versgeplukte en geurige vruchten. Omdat we hiermede de indruk wekten een afspraak te hebben gemaakt (we zouden immers de volgende ochtend terugkomen voor nog meer), mochten we het alvast aangeschafte fruit voor onze picknick van die dag op krediet meenemen. Betaling nu werd weggewuifd; dat kwam morgen wel. Helaas bleken de ons voor onmiddellijk gebruik geadviseerde overrijpe en van boven opengespleten meloenen later tijdens de consumptie sterk naar een insectenbestrijdingsmiddel te smaken waardoor we gedwongen waren het kostelijke fruit op onze picknickplek aan d'oever van de waterarme rivier voor de alom aanwezige wespen te werpen. De aan het stalletje verschuldigde francs hebben we de volgende ochtend niet voldaan maar daarentegen als smartengeld behouden en ons mee naar Nederland te nemen fruit hebben we op de terugweg van een concurrerende cultivateur In Pont de l'lsère betrokken, die adverteerde met Vergers en Culture Biologique depuis 1970.

3000 kilometer later
Daarna snel naar huis, want onze vakantieweek was voorbij en thuis wachtten enkele opdrachten die met spoed dienden te worden uitgevoerd. Na in die zeven dagen vakantie, op een tocht die ons door Frankrijk en tot in Italië had gevoerd, circa 3000 kilometers gereden te hebben, waren we om vier uur 's ochtends weer thuis en opende Ik onze brievenbus om daaruit de enveloppe met daarin de haastklus te halen die onze opdrachtgever ons had beloofd toe te sturen. Maar die enveloppe zat er niet in, potverdorie. Om opheldering gevraagd vernamen we dat onze opdrachtgever vanwege grote drukte nog niet in de gelegenheid was geweest het zaakje naar ons adres op te sturen. We hadden dus net zo goed nog een week of wat langer weg kunnen blijven.

Hoewel het midden in de nacht was toen we thuis kwamen, en we het traject Valence-Amsterdam, op enkele maaltijd- en plaspauzes na, aan één stuk door hadden afgelegd, waren de kinderen nog klaarwakker. Ze ontdekten hun, in dat weekje afwezigheid al bijna vergeten, speelgoed en gingen direct aan de slag. De beesten, die tijdelijk door anderen waren verzorgd, zagen er florissant uit en het weerzien was enthousiast, zij het dan dat het even duurde voor onze stokdove 17-jarige poes Kiki in de gaten had dat we alweer terug waren. Maar de vissen keken ons door het aquariumglas vergenoegd aan en onze dwergpapegaai Pierewiet begon maar alvast aan zijn ochtendzang, die tevens zijn zwanenzang bleek te zijn. Want de volgende ochtend, toen we hem zoals gebruikelijk even in huis lieten rondfladderen, verdween hij zonder ook maar eventjes afscheid te nemen, door de openstaande balkondeuren naar de boze buitenwereld vol katten, kou en andere gevaren. We hebben hem niet meer teruggezien. Vooral sneu voor ons zoontje Yvan, die direct na onze thuiskomst uit Frankrijk al had meegedeeld wat hij zoal had moeten ontberen tijdens ons weekje vakantie. “Weet je wat ik het meest heb gemist?”, zei hij toen we de auto voor ons huis parkeerden, “Kiki’s gemiauw, Pierewiet’s gekrijs, het geblub-blub van de vissen en het gepiep van de computer...”

Maar dat we weer echt terug In Nederland waren, werd ons duidelijk toen we de tijdens ons weekje afwezigheid aangekomen post doornamen. Daar zat onze, door de Sociale Verzekeringsbank geweigerde en geretourneerde aanvrage Kinderbijslag bij. Geweigerd, omdat er geen postzegel op de envelop zou hebben gezeten. Maar die zat er wel degelijk op toen we de aanvraag op de bus deden.

Verder naar "Korte Cursus Postzegels Likken van de PTT"

Terug

 

 

 

 

 

 

 

1