Hoeveel Esperanto-sprekenden zijn er eigenlijk?

Veel Esperanto- sprekenden en niet- Esperanto- sprekenden zouden graag weten, hoeveel mensen er op de wereld Esperanto kennen. In feite is het niet mogelijk, daar een antwoord op te geven. Netzomin als het mogelijk is te zeggen, hoeveel mensen er buiten (of zelfs in) Nederland en België Nederlands spreken. Of hoeveel mensen er bijvoorbeeld in Nederland Deens spreken. (Ik spreek zelf redelijk Deens, maar sta bij mijn weten nergens als zodanig geregistreerd...) Er is voor Esperanto- sprekenden geen burgerlijke stand. Het ledental van Esperanto- organisaties zegt ook niets. Sommigen zijn lid van meerdere organisaties en velen zijn geen lid van een Esperanto- vereniging of -club -- omdat ze dat niet nodig vinden*, of omdat ze het niet kunnen betalen (Oost-Europa, Afrika, grote delen van Azië en Zuid-Amerika,...). (Ik ben jaren lang geen lid van een of andere Esperanto- organisatie geweest. -- Zonder dat had ik genoeg Esperanto- contacten, vond ik.) Ook het aantal deelnemers aan Esperanto- cursussen zegt niets: wie weet, wat een cursist na een jaar nog weet? En Esperanto is een taal, die je heel goed op eigen houtje kunt leren (tegenwoordig ook op Internet). (Ik heb nooit een cursus- Esperanto gevolgd; een cursus- Deens evenmin.)

Bovendien is het de vraag, wie je als "Esperanto- sprekende" wilt beschouwen. Hoe perfect dien je de taal te beheersen? Of gaat het erom, wat je met je (misschien beperkte) taalkennis kunt zeggen? Tellen mensen die "alleen Esperanto kunnen lezen" ook mee? Hoe vaak en op welke manier moet je gebruik maken van de taal? Of is het voldoende, dat je je "in geval van nood" ermee zou kunnen redden? (Of een buitenlander die in de problemen zit, uit de brand helpen?)

Natuurlijk gelden deze vragen ook bij het vaststellen van aantallen sprekers van andere "vreemde talen". Daarom zijn er door sommige instanties criteria vastgesteld, om iemands "taalvaardigheid" te bepalen. Bij al die criteria kun je vraagtekens zetten. Maar zonder criteria weet je helemaal niet, wat je wilt onderzoeken.

* * *
Het schijnt, dat de enige die serieus "tellend" onderzoek heeft gedaan naar het aantal Esperanto- sprekenden in de wereld, Dr. Sidney Culbert is, (indertijd) professor aan de Universiteit van (de staat) Washington, USA. Hij heeft, ten behoeve van een door hem verzorgde uitgave (de tabel van ''meest gesproken talen'' in M.S. Hoffman (ed.): The World Almanac and Book of Facts, New York, div.jaren, o.a. 1990, 1997), onderzoek gedaan naar de kennis van vreemde talen in het algemeen. Dus niet alleen van het Esperanto. De criteria die hij -- naar eigen zeggen -- gehanteerd heeft, waren nogal streng (zie verderop). De aantallen die hij noemt voor als "vreemde taal" geleerd wordende talen zoals Engels, Spaans, Frans,... zijn dan ook veel lager dan die, welke men vaak leest. Het is te betreuren, dat hij zijn precieze manier van werken niet heeft gepubliceerd. Daardoor blijven er twijfels over zijn onderzoek.

Volgens prof. Culbert zijn er in de wereld één à twee miljoen mensen, die Esperanto spreken op het niveau van "Professionele Taalvaardigheid" (volgens de criteria van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken). Hoeveel méér mensen er zijn, die minder goed -- maar voor henzelf voldoende -- Esperanto kennen, blijft onbekend.

* * *
Uit kringen van Esperanto- sprekende docenten- "vreemde talen" is het volgende lijstje afkomstig. Ook al lijkt het heel erg "natte-vingerwerk" -- de aantallen zijn wel beredeneerd tot stand gekomen. (Onder meer op grond van de resultaten bij het leren van vreemde talen.)
Het eerste aantal komt goed overeen met een op andere wijze geteld / berekend aantal mensen dat thuis of op het werk Esperanto spreekt (1000-2500); het laatste aantal komt overeen met een aantal dat geschat is op grond van in 50 jaar gevolgde cursussen, verkochte leer- en woordenboeken e.d. (ca. 20 miljoen). Misschien geven de tussenliggende getallen dus ook een redelijke indruk.

Alle getallen geven de "orde van grootte" aan. Dat betekent in dit geval: - waarschijnlijk niet minder dan de helft ervan; -- waarschijnlijk niet meer dan vijf keer zoveel. ("1.000.000" is dus: "waarschijnlijk niet minder dan 500.000 en waarschijnlijk niet meer dan 5.000.000".)

     1.000 spreken Esperanto als één van hun dagelijkse talen (thuis of voor hun werk)
    10.000 spreken Esperanto zo goed, alsof het hun dagelijkse taal is
   100.000 spreken Esperanto, zoals iemand die "heel goed" een vreemde taal spreekt
 1.000.000 spreken Esperanto, zoals iemand die "redelijk" een vreemde taal spreekt
10.000.000 hebben ooit (wat) Esperanto geleerd, maar kunnen het niet of nauwelijks spreken

Ik heb heel wat mensen ontmoet, die minder dan "redelijk" Esperanto spraken. Toch moet ik zeggen, dat die ontmoetingen heel interessant kunnen zijn; en wanneer je interessante mensen ontmoet, merk je al gauw nauwelijks meer, dat ze af en toe taalfouten maken, of naar woorden moeten zoeken...
Tegelijkertijd betekent dat, dat je niet bang hoeft te zijn om contact te maken, ook al weet je dat je nog taalfouten maakt. Anderen hebben óók eens de taal moeten leren!

(Die ene oudere heer die ik ken, die "nooit meer iets met z'n Esperanto doet", maar die twee keer per jaar een flinke brief componeert voor een toevallige kennis in Oezbekistan, zal wel bij de laatste groep horen... Zou hij zonder Esperanto een kennis in Oezbekistan hebben?)

Wouter F. Pilger

* Misschien spreekt u al (wat) Esperanto, en vindt u het inmiddels wel nodig of nuttig om u bij een organisatie aan te sluiten. De Wereld- Esperanto- Vereniging, Universala Esperanto- Asocio, vindt u ook op Internet: www.uea.org.


Hieronder enige nadere informatie over de Culbert-cijfers, uit een Internet- discussiegroep: (Nederlandse vertaling aan het eind).
From: dtw@Brooktrout.COM (David T. Wolff)
Newsgroups: soc.culture.esperanto
Subject: Re: Esperanto?
Date: 27 Mar 1996 10:48:27 -0500
Message-ID: <4jbo0b$g31@salvelinus.brooktrout.com>

WRT Dr. Culbert, I got some info from him several years back. Prof. Culbert seems to use this as a form letter, since he apparently gets many complaints that his figures are too low, too high, should only cover *native* speakers, that Esperanto is not a language, etc etc.

| ...I have personally conducted an on-the-spot stratified sampling of
| populations in dozens of countries during a period of over twenty years,
| using hundreds of hours in attempting to trace down every person within
| the selected areas of the selected countries who meet my criteria of
| "speaker of Esperanto." 
| 
| ...It is, however, annoying to go to elaborate, carefully-planned, and
| time-consuming efforts to obtain data nowhere else available, and then to
| have the results incompetently criticized by someone who bothers neither
| to read the material carefully nor check on the "facts" which he offers
| in criticism...
| 
| (end quote)

I met him at a recent LK and he is actually a very nice person. :-)

I've also spoken to him by phone and I asked what his definition of "speaks" is. He uses the State Dept. level 3 definition:

| Interagency Language Roundtable, level 3 (Professional Proficiency)
| 
| Pronunciation:     Sometimes foreign but always intelligible
| 
| Grammar:           Good control of most basic syntactic patterns;
|                    always conveys meaning accurately in reasonable
|                    complex sentences
| 
| Vocabulary:        Adequate for participation in all general conversation
|                    and for professional discussions in a special field
| 
| Fluency:           Rarely hesitant; always able to sustain conversation
|                    through circumlocution
| 
| Comprehension:     Understands most of what is said to him;  can follow
|                    speeches, clear radio broadcasts, and most
|                    conversations between native speakers, but not in
|                    great detail.

I asked if he has published any papers describing his research in detail, since a citation is always a Good Thing, but he hasn't. As I recall, his methodology for Esperantists is something like this (quoting a posting I did elsewhere):

| interviews people to see if they really speak the languages (more than
| "hello, please, goodbye"), and extrapolates the world total from
| carefully checked regions.  For example, he spent some months in
| France checking every claimed Esperantist in a couple of areas and
| comparing the claims to the reality.

So, I think his figures are as real as any we'll see, and I feel comfortable using them.

Thanks --

David Wolff
dwolff@brooktrout.com


[snelle Nederlandse vertaling:]

Wat betreft Dr. Culbert - ik heb een paar jaar geleden wat info van hem gekregen. Het schijnt dat Prof. Culbert dit als een standaardbrief gebruikt, omdat hij blijkbaar veel klachten krijgt, dat zijn aantallen te hoog of te laag zijn, of alleen betrekking zouden moeten hebben op *geboren* sprekers, dat Esperanto geen taal is, enz. enz.

[citaat]
...Ik heb persoonlijk ter plaatse gelaagde steekproeven getrokken van populaties in tientallen landen, om te proberen in de geselecteerde gebieden van de geselecteerde landen elke persoon te achterhalen die aan mijn criteria betreffende "Esperanto- sprekende" voldoet. ...

...Het is echter heel vervelend om uitgebreide, zorgvuldig geplande, en tijdrovende pogingen te ondernemen om gegevens te vergaren die nergens te vinden zijn, en dan te zien, dat de resultaten onvakkundig worden gekritiseerd door iemand die zich niet de moeite getroost heeft om het materiaal nauwkeurig te lezen, noch om de "feiten" te controleren die hij in zijn kritiek aanhaalt...
[einde citaat]

Ik heb hem kort geleden ontmoet op een LK [=???] en hij is in werkelijkheid een bijzonder aardig iemand. :-)

Ik heb ook telefonisch met hem gesproken en hem gevraagd wat zijn definitie van "spreken" is. Hij gebruikt de definitie van niveau 3 volgens het State Department:

----

Interdepartementaal Taaloverleg [???], niveau 3 (Professionele Vaardigheid)

Uitspraak:           Soms buitenlands accent maar altijd verstaanbaar

Grammatica:          Goede beheersing van de meeste syntactische basis-
                     patronen; brengt altijd nauwkeurig de betekenis over
                     in redelijk complexe zinnen

Woordenschat:        Adequaat voor deelname in elk algemeen gesprek en
                     voor professionele discussies op een gespecialiseerd
                     terrein.

Vloeiendheid:        Nauwelijks aarzelend; altijd in staat om het gesprek
                     gaande te houden d.m.v. omschrijvingen

Verstaan:            Verstaat het meeste van wat tegen hem gezegd wordt;
                     kan toespraken, duidelijke radio-uitzendingen en de
                     meeste gesprekken tussen geboren sprekers volgen,
                     hoewel niet zeer gedetailleerd.

----

Ik heb hem gevraagd, of hij artikelen gepubliceerd heeft over zijn onderzoek in detail, omdat een literatuur- verwijzing altijd een Goed Ding is, maar dat heeft hij niet. Voorzover ik mij herinner is zijn manier van werken iets als het volgende (ik citeer een eerdere bijdrage van mijzelf aan een andere discussiegroep):

...hij ondervraagt mensen om te zien, of ze de talen werkelijk spreken (meer dan "hallo, alstublieft, tot ziens"), en extrapoleert het wereldtotaal op grond van zorgvuldig uitgekozen gebieden. Zo heeft hij bijvoorbeeld een aantal maanden in Frankrijk doorgebracht en daar in een aantal gebieden iedereen gecontroleerd, van wie werd beweerd dat hij Esperanto sprak, om te zien of dat de werkelijkheid was...

Ik meen dus, dat zijn aantallen minstens even realistisch zijn als andere aantallen die ergens opduiken, en ik maak er met een gerust hart gebruik van.

Dank u --

David Wolff.


Terug naar "Hoe zit..." (met accentletters volgens Latin-3)
Terug naar "Hoe zit..." (met accentletters volgens Unicode)
Terug naar "Hoe zit..." (zonder accentletters)

 1