Hier zat de trap naar het voorhuis. Gewoon in de 1,40 meter dikke muur uitgehakt.


Dezelfde trap binnen in de ridderzaal.


De prachtige en vakkundig getimmerde dakconstructie kijkend naar het westen.


Nog een plaatje van de dakconstructie kijkend naar het oosten.

 

In en aan het gebouw is goed te zien dat het niet altijd eruit heeft gezien als nu. Er is in de loop van de tijd veel aan verbouwd en vertimmerd, maar dat staat op de vorige bladzijden voldoende beschreven.

 

 


De hoofdingang kijkend naar het oosten

De hoofdingang binnen in de ridderzaal

De enige andere ingang is het kelderluik.


Hetzelfde luik, maar dan binnen in de kelder.

De ingang van een donjon ligt hoog, om te verhinderen dat iedereen makkelijk naar binnen kan gaan. Aan de achterkant ligt een luik naar de kelder. Die kant van het huis was plat, want dat hoefde niet verdedigd te worden. Het was daar vroeger slecht begaanbaar terrein, moerassig en veel natter dan tegenwoordig. Dever werd bevoorraad met platte schuiten, zonder kiel, die goed in ondiep water konden varen. Je zag ze al van ver aankomen, dus een zware verdediging was aan de achterkant van het gebouw niet nodig.
Vergeet niet dat je in die dagen met de boot van Lisse naar Amsterdam kon varen over de Haarlemmermeer! Die was nog niet droog gelegd. De straat in Lisse die nu "Haven" heet, was vroeger daadwerkelijk een haven. De haven is in het begin van de 20e eeuw pas droog gelegd.


Blz. 1 / 2 / 3 / 4 / 5 / 6 / 7 / 8 / 9 / 10 / 11 / 12 /13

font size=6>10 / 11 / 12 /

1