|
Mijn jaren bij de Spassky's
Peter
Het volgende stukje is het redactioneel van de Boris (Jaargang 11,
nummer 4) waarin bovenstaand relaas van Peter werd gepubliceerd.
Redactioneel
Dit laatste nummer was voornamelijk bedoeld om Peter in de gelegenheid te stellen een woordje
van afscheid te richten tot de mensen met wie hij jarenlang eettafel en schaakborden deelde. Mijn
voorstel was dat hij zou ingaan op de vele hoogtepunten die hij heeft gekend (zoals het met een
voorsprong van honderden punten op zijn naam schrijven van het clubkampioenschap in het
seizoen '94-'95) en de enkele dieptepuntjes die er zijn geweest (ik noem de Lockbike-affaire,
welke Dries nog geregeld met een gil doet wakker worden, en die Peter noopte tot het afleggen
van al zijn Spassky-onderscheidingen en hem verbood nog langer in het openbaar te verschijnen
in Spassky-uniform, en ook het verzuim om in het laatste clubblad van dit seizoen een
afscheidswoordje te schrijven, 29 toezeggingen ten spijt, mag achteraf beschouwd niet
onvermeld blijven). Laat ik hen die halsreikend uitzien naar dit opstel gelijk maar berichten dat zij
vergeefs zullen zoeken naar deze vroege-voorjaar-spruiten van activiteit van de scheidend
voorzitter; en ook voor de komende 10-20 nummers zou ik maar nergens op rekenen. Ondanks
herhaaldelijk aandringen, het tot drie maal toe geduldig verschuiven van de deadline en een in
allerijl gebracht bliksembezoek aan Amsterdam schreef Peter uiteindelijk nul, niente, nada, nog
geen komma, geen harde return. Op het moment dat ik dit typ zit mijnheer in het vliegtuig naar
Hawaii en ik durf gerust toe te voegen: echt niet met een laptopje op schoot te tikken voor de
Boris (of ben ik nu achterdochtig?). De tijden dat Peter voorwoorden mailde vanaf de stille
Zuidzee waren louter een overbrugging naar het nirvana, het totaal vacuüm waarin zijn activiteiten
voor de Spassky's tenslotte tot stilstand zijn gekomen.
|
|