Omtrent de geflatteerdheid van eindstanden, of: de sigaar op internet
Als de kippen waren ze erbij hoor, Koos en Arjen, om de man die hen onlangs zo pijnlijk klop
gaf op eigen terrein (zie elders in deze Boris) na een ongelukkig verlopen Schaakclub-Groningen-rapidtoernooi
terstond beentje te lichten. Precies één dag later prijkte de eindstand al
op de (overigens prima) homepage der Spassken, met als schalks commentaar:
"Henk van Putten speelde op 12-09-1998 mee in het rapidtoernooi van SC Groningen. Met een
TPR die 200 punten lager lag dan zijn KNSB-rating deed hij het niet echt goed. Je zult dan ook
even naar beneden moeten scrollen om zijn naam te vinden. Misschien is de Find-optie van je
browser sneller."
Er staan ergere dingen op internet, maar dit Stolk-report stak toch wel een beetje. En echt niet
omdat ik een week eerder een zeer verdienstelijk Staunton-Gambiet-toernooi had gespeeld, met
een (met twee mensen gedeelde) eerste plaats in de A-groep als resultaat, en een uitstekende
overwinning op een speler met een rating van bijna 2300 in de slotronde, waartoe de
tweekoppige redactie van deze homepage (Arjen zet het op het net, Koos verricht eenvoudig
typwerk) vanzelfsprekend ten enenmale het zwijgen had gedaan. En ook heus niet omdat ik voor
de vierde maal in successie een prijswinnende combinatie inzond voor de combinatie rubriek van
Schaakmagazine, waarnaar men uiteraard ook vergeefs zal zoeken binnen de link 'prestaties' op
http//www.geocities.com/timessquare/bunker/2719/spassky.html. Ik ben er nu eenmaal niet de
persoon naar om de eigen loftrompet te steken, vergeet dit
allemaal ook maar meteen weer! Nee, het lollige verslagje zat mij vooral dwars omdat ik in dit
rapidtoernooi naar mijn mening goed gespeeld had, veel beter dan mijn 2.5 uit 7 ooit zou kunnen
doen vermoeden. Slechts een oplettende bezoeker maakt uit mijn weerstand punten op dat ik
pas tegen het einde van het toernooi omlaag zonk. Het duidelijkst spreken de zetten. Ik laat het
oordeel over aan de lezer en loop mijn toernooi ronde voor ronde door. Daarbij zal ik stilstaan
bij drie cruciale fragmenten en deze opsmukken met diagrammetjes. Mijn analyse is dat ik niet
door slechte zetten, maar door dwaze praktische
beslissingen een veel hogere klassering misliep.
Ronde 1: wit/1. Mijn tegenstander was Erik-Jan Hummel, een jeugdspeler. Veel sterker dan ik
op die leeftijd, niet minder arrogant. Verloor op een voor jeugdspelers kenmerkende wijze: door
een slecht plan te kiezen, het verdedigen van een zwak pionnetje, waar hij veel beter op jacht
had kunnen gaan naar een minstens zo zwakke broeder aan mijn kant.
Ronde 2: zwart/1/2. Tegen Christofoor Baljon.

Een spannende partij waarin het volgende eindspel op het bord verscheen, met voor wit
(Baljon) nog hooguit een minuut op de klok en bij mij nog wel vijf.
Onder het mom van "Baljon weet veel meer van toreneindspelen dan ik" koos ik voor 1...Pxh4?,
waar iedere geharde toernooispeler wit na 1...Pxd4 2. xd4 Tb2 moeiteloos door zijn vlag
gejaagd zou hebben. Dwaze praktische beslissing 1a. Wit antwoordde 2. Te3? (ook niet de
beste) 2...Txf2 3. Lc5 vergezeld van een geraffineerd remise-aanbod, dat ik na twee loze
minuten van overweging aannam, enorme ezel die ik ben. Remise tegen een hoofdklasser is heel
goed was mijn gedachtengang, in vluggeren ben ik zwak enz. Maar wit kon het einde fysiek
nauwelijks nog halen! Afgezien daarvan: de witte koning is afgesneden, na 3...Tb2 moet hij
steeds rekening houden met Pf3, ga zo door. Heel dom; dwaze praktische beslissing 1b.
Ronde 3: wit/0. Tegenstander Eelke Wiersma was te sterk, onbedoeld volgde ik een zet of tien
theorie van een voor wit als iets lastiger bekend staande variant van het Wolgagambiet. Dit
betekende behalve een voor hem bekende en prettige stelling ook nog eens een flinke
tijdachterstand. Op deze nederlaag viel weinig af te dingen.
Ronde 4: zwart/0. Tegen Rudolf Potze.

De contouren van een Marshall zijn zichtbaar en ik had kunnen toeslaan: 1...Pxf4 2. Lxf4 Lxf4 3.
xf4 Dg6+ 4. Kf2 en het is niet moeilijk te zien dat zwart beschikt over een scala van kansrijke
voortzettingen. Met een leuk muziekje op de achtergrond vind je thuis vrij snel 4...Lg4 en
onderken je hoe
kansloos het gevreesde 5. Tg1 zou zijn geweest, niet vanwege 5...Dh3+ 6. Pf3, maar vanwege
eerst 5...Te8+ natuurlijk, 6. Kd3 en de stukken kunnen na 6...Le2+ weer in de doos; de witte
dame gaat met schaak van het bord.

(analysediagram)
Ik kan mij ermee verzoenen dat ik dit niet onmiddellijk zag. Maar dat ik hierom van de gehele
variant afzag, leg dat thuis maar eens uit. Bijna tien minuten weggetikt voor niets -ik had
evengoed alle deelnemers van de A-groep op koffie kunnen trakteren. Hoeveel tijd had het wit
alleen al niet gekost om de beste verdediging te vinden (dat is waarschijnlijk het stukoffer
afslaan), hoeveel kansrijker was mijn stelling niet geweest dan die die ontstond na het slappe
1...Tae8? 2. Df3, zelfs als ik het winnende 4...Lg4! niet zou hebben gevonden. Ik verloor
geruisloos, op tijd en op stelling. Dwaze praktische beslissing 2. En nog niet eens het grootste
drama van de dag.
Ronde 5: wit/1. Een gestroomlijnde overwinning op Edwin Zuiderweg, die een pion van zijn
koningsstelling verblunderde en al snel de klok stilzette.
Ronde 6: zwart/0. Tegenstander was Harold vanHeeringen.

Tot de diagramstelling speelde ik goed en geconcentreerd. Wit vervolgde met 1. g4 de enige zet.
Omdat ik al behoorlijk wat tijd had verbruikt zette ik nu snel, omdat ik dacht dat ik geen keus
had. Dwaze praktische beslissing 3, want juist op dit moment beschikt zwart over een prachtige
finale: 1..Lxg4!! en wit gaat hoe dan ook vierkant mat, het fraaist na 2. Lxh3 Lxh3.

(analysediagram)
Dit zag ik dus niet. Je moet ook maar op het idee komen dat de diagonaal b6-g1 niet te
plomberen is door wit. Ere wie ere toekomt: Peter Bosker, vers clubgenoot van Harold, gaf deze
variant meteen na afloop aan. Maar soi, ook na mijn 1...Dh4 blijft de stelling "zwanger" van
een
zwart mat. Alle stukken staan optimaal, op één, voor de aanval minder belangrijk, na, zoals
aanstonds zal blijken. 2. Pc4 Lc5 3. Le2 Df2 4. Dc2 De tijd begon te dringen en ik speelde te
snel 4...Txg4!? met het oog op 5. xg4 Lxg4?? 6 Ld3?? Lf3 mat. Echter na 5. xg4
zag ik dat 5...Lxg4 onmiddellijk zou verliezen vanwege 6. Lxg4 schaak. In de vorige
diagramstelling had alleen de koning nog op b8 moeten staan... Het degelijke 4...Kb8 zou nog
geen kaarten hebben omgedraaid. 5...f3 Zwart heeft nog steeds een zeer kansrijke stelling, al
moet hij vanaf nu nauwkeurig spelen. 6. Ld3 Dh4 7. e5 Lxg4 8. Lf5+ Kb8 9. xd6 f2! 10. xc7+
Ka7 11 De4?! Wit zal ergens sterker hebben, maar vindt maar eens haarlemmer olie in een
heksenketel.

De laatste kans. Niet makkelijk te zien, zeker niet met de vlag op vallen, maar 11...Lxd1 beslist
nog steeds. Wit moet wel gaan vissen in troebel water met 12 c8P+, wat na 12...Txc8 13 Txd1
Tg8 eenvoudig moet winnen voor zwart. Helaas, ik zag het niet meer en verloor na 11...Lxf5?
12. Dxh4 Tg4 13. Dxg4 (geen voetballende oplossing; wel efficiënt) Lxg4 14. Pe5
Ronde 7. wit/0. Tegen Folkert Visser, over wie Koos het na afloop niet kon laten op te merken
dat de goede man, rating 1800, jaren niet geschaakt had. Desondanks behaalde hij eerder in het
toernooi ook al een remise tegen Hoeksema. Bij mij was de geest uit de fles; ik verloor zonder
enige kans van een naar mijn mening uitstekend spelende tegenstander.
Mijn persoonlijke slotsom is dat ik in de getoonde partijfragmenten wel 2 1/2 punt verspeelde.
Tegelijkertijd weet ik dat dit door een ieder die dit leest volstrekt onbelangrijk zal worden
gevonden, en bovendien irrelevant: had het balletje in de tweede ronde anders gerold dan waren
mijn tegenstanders ook anderen geweest. Het doet er ook niet toe; hopelijk heb ik niemand
geërgerd. Mij was het te doen om Le2 schaak, een mooie zet vind ik dat. En nog fraaier is Lxg4,
die ik misschien wel zou hebben opgestuurd naar Tim Krabbé's Chess Curiosity-pagina: http: //
www.xs4all.nl/~timkr/chess/chess.html.
Henk van Putten
|