Jong Auteur Op Weg Naar de
P.C.Hooftprijs
Onze dochter Stefanie (6) begint de kneepjes
van het lezen en schrijven al aardig onder knie te krijgen.
Horizontaal geschreven of gedrukte teksten leveren nauwelijks nog
problemen op, maar met vertikale woorden weet ze nog niet zo goed
raad. Zo riep ze, in de stad wandelend, het woord "Letoh"
toen ze aan een gevel een lichtbak zag met daarop het van boven
naar beneden geschreven woord "Hotel". Onze zoon Yvan
(9) daarentegen is al vele stappen verder en heeft zelfs zijn
eerste verhaal geschreven. De Stille Graaf was er als de kippen
bij om zijn novelle, waarin óók al hotels voorkomen,
ongecensureerd en ongecorrigeerd in druk te vereeuwigen.
De auteur (links) met
zusje
Op reis
door Yvan
Ger wordt wakker en denkt meteen: Vandaag gaan we op reis. Hij
sprinkt uit zijn bed en gaat naar de kamer van vader en moeder.
Die zijn allang op. Vader draagt koffers naar de auto. Moeder
maakt broodjes klaar. Ger kleedt zich vlug aan en gaat vader
helpen. Om negen uur kunnen ze vertrekken. Het is nog kil buiten.
Daarom trekt Ger een dikke trui aan. Nu gaan ze weg op reis naar
Engeland. Wagt zegt ger, ik ben nog iets vergeten. Even later
komt Ger terug met zijn knuffel en een spelletje. Voor in het
hotel zecht Ger als hij in de ato stapt.
Daar gaan ze dan, op reis naar Engeland. Na een paar uur rijden begind het warm te worden. Pa stopt de auto bij een bezinetenk en dan tenkt hij de beziene tenk vol en dan betaalt hij en komt met drie ijsjes terug. Onder weg eten ze de ijsjes op. Toen gingen ze weer op weg naar Engeland. Vijf uur later zijn ze bij de grens. Na tien miuten zijn ze aan de beurt. Vader en moeder laten hun paspoort zien. Ger heeft geen paspoort nodig omdat hij nog jong is. Na 1 kilometer zijn ze in Engeland. Vader zegt eerst een hotel te zoeken. Na een kwartiertje rijden kwamen ze bij een klijn oud hotel. Ger zei dat hij hier in dit hotel wou slapen. Vader en moeder vonden het goed. Ze gingen naar binnen en gingen naar de kassa. Een meneer kwam hun helpen. Vader zij in het engels of we hier een week konden logeren. De man zij dat het goed was. Toen vroeg vader hoeveel het kost, vijftig pont zei de man toen. Vader betaalde en gingen naar hun kamers. Ger sliep alleen in een kamer. Eeven later kwam moeder de kamer met drie tassen. Bovenop een tas licht een brommertje en een ambulance. Ger zij hoe kom je daar aan. Die meneer bij de kassa zei dat iemand dit heeft vergeeten. Dus hij gaf het aan mij en zij dat jij dat mogt hebben. Dus je bedoeld dat ik weer wat speelgoed er bij heb, zei ger. Ja dat kopt. Ooooo wat leuk. Nou kom nu maar eten. Oke.
Toen Ger beneeden was kon hij zijn ogen niet geloofen. Zo mooie tafel had hij nog nooit gezien. Maar Ger wist niet dat op zijn kamr een muis op zijn kamer woonden. De muis zag de brommer staan. Hij kwam uit zijn hol en klom op het kastje. Toen ging hij op de brommer zeitten en reed regelregt in de vuilnisbak. Even later komt Ger binnen. Hij ziet zijn brommer niet meer. Maar wat hij wel hoort is een piepend geluit. Hij volgt het geluit en toen keek hij in de vuilnisbak. Wat hij daar zag liggn was zijn brommer en een muis. De muis die ijgelek piepe heete. Die vroeg beleevt of hij hem er uit wou halen. ger zij oke. Toen zij Ger eerst tegen de muis of hij zijn vrient wou zijn. Oke zei de muis toen. Toen liet Ger de muis uit de vuilnisbak met de brommer. De muis reed een klein stukje de vuilnisbak uit en toen deed Ger de vuilnisbak weer omhoog. Toen vroeg de muis aan Ger of hij op de moter in de gang mogt rijden. Toen zij Ger oke. Ger deed de deur open en de brommer reed vol gas, Maar piepie reed langs een duer waar een man met een hond logeren. De hond begon te blafen en te blaffen. Wafff, wafff, wafff. Z'n baas werd wakker en pakkte de riem en liet hem uit. De hond rende achter de moter viets aan. Z'n baas kon hem niet bijhouden. Maar de baas van het hotel pakte de hond op en bragt hem naar zijn baasje. Z'n baas was boos op wafie, maar piepie reed vliegents vlug naar Gers kamer. Toen deed Ger de deur van zijn maker digt en piepie stapte van de brommer en Ger zette de vrommer op het nacht kastje en ze gingen allebij naar bed.
De volgende morgen werd Ger wakker. Hij ging zich wassen en aankleden. Toen ging hij naar beneden. Overal waar hij keek zach hij slingers. Maar niemant was beneden. Toen ging Ger aan tafel zitten en hij wou net een brootje smeeren of iedereen kwam achter de bank vandaan. Wel geveeliesieteerd riepen ze en gingen om de rafel heen staan en zongn lang zal hij leefen. Toen gaven ze cadeautjes. Vader en moeder gafen een doos lego en het lego was monorail cosmotrein 9 volt motor hij gaf zijn vader en moeder een zoen. Toen gaf de eigenaar van het hotel gaf Ger 500 gulden. Ger bedankte iedereen en toen gingen ze eten. Ger had wel geluk omdat vader en moeder nog 3 dagen langer wouden blijven. Toen Ger klaar was met eten rende hij naar zijn kamer en begon zijn lego dood te bouwen. Hij was zo goet in lego doosen te bouwen en daarom hat Ger zin lego doos in ander half uur klaar. Hij kreeg er ook van de baas een batarij met 9 volt er bij.
Ger begon te spelen. Op eens kwam piepie uit zijn hol en zach het lego. Hij ging met het lego spelen. Ger keek verbaast op toen de trein stopte. Opeens zach hij piepie. Dag piepie zegt Ger. Dat Ger zegt Piepie. Mag ik op de brommer rijden. Natuurlijk zegt Ger. Maar aleen in mijn kamer hoor wat je weet nog van gister. Zeg hoe kom je aan dat lego? Dat heb ik gekregen van mijn vader en moeder voor mijn verjaardag. Ben je dan jarig vandaag. Ja zecht Ger. Gefliciteerd zegt piepie. Dank je wel zecht Ger. Aech piepie we gaan straks taard eten, lust je dat wel. Mmmmmm, zecht piepie. Maar kan ik dan wel komen eten vroeg piepie. Nee dat denk ik niet. Weet je wat zecht Ger, ik breng een stukje naar je toe oke. Oke zegt piepie, Nou nu moet ik gaan hoor wand ze staan te wachten. En piepie, we gaan uit eten vanavond, kom je mee ja natuurlijk oke. Tot straks doei.
Na de taart komt Ger binnen in zijn kamer. Piepie! piepie! roept Ger, piepie komt uit zijn hol en rende recht op hem af, hier zecht Ger. En gaf het stukje taart aan piepie. Eet niet zo veel want anders eet je straks niet meer kaas. Kaas!! roept piepie, oooooo, Maar dat wist ik niet Ger kan je het stuk taart in m'n hol zette. Natuurlijk piepie. Kom we moeten gaan het is bijna zeven uur. Vader en moeder wagte in de auto. Ger had piepie in zijn zakje van zijn hemt gestopt. Ze rijden met de auto naar londen.
(Einde verhaal)