Agenten doen druk hun best zich gehaat te maken
POLITIEDUO JAAGT
EERZAME BURGERS
iN AMSTERDAM-NOORD STUIPEN OP LIJF
Na op donderdagmiddag 5 februari 2004 op het Stadsdeelkantoor Amsterdam-Noord te zijn geweest, stapten mijn partner (ruim 7 maanden zwanger) en ik omstreeks 14.15 uur in onze auto die op het parkeerterrein van het Stadsdeelkantoor stond geparkeerd. Wij deden onze veiligheidsgordels om en reden langzaam het parkeerterrein af. Op het punt waar de uitrit van het parkeerterrein overgaat in de openbare weg (een T-kruising) moest ik stoppen om het verkeer op de openbare weg voorrang te verlenen. Op dat moment zei mijn naast mij gezeten partner dat ze, vanwege haar dikke buik, niet lekker zat. Ze had al geprobeerd haar stoel in een meer comfortabele positie te verstellen maar dat lukte niet.
Het wachten aan het eind van de uitrit duurde op deze drukke donderdagmiddag zo lang dat ik, na nog enkele vergeefse pogingen door mijn partner, besloot om dan zelf maar vanaf de bestuurdersplaats even haar stoel te verstellen. Dat lukte echter niet omdat mijn omgegorde veiligheidsgordel verhinderde dat ik me ver genoeg naar opzij kon buigen. Ik maakte mijn gordel daarom even los zodat ik me verder naar mijn partner kon overbuigen, waarna ik haar stoel kon verstellen. Daarna ging ik weer overeind zitten en maakte mijn gordel weer vast. Deze hele actie duurde hooguit 5 seconden.
Op dat moment zei mijn partner dat aan de overkant van de straat de inzittenden van een politie-autootje "heel raar" naar ons zaten te kijken. Dat verbaasde me niet, want de auto waarin wij ons verplaatsen (een PT Cruiser) roept bij andere weggebruikers wel vaker vreemde (soms zelfs agressieve) reacties op. Ik keek even naar de overkant en zag inderdaad op de tegenoverliggende rijstrook een surveillance-auto met achter het bestuurdersraampje iemand die mij nadrukkelijk aankeek, maar direct daarna keek ik weer naar links om vanaf de uitrit weg te kunnen rijden zodra dat kon. Toen dat moment zich voordeed, zette ik mijn auto in zijn eerste versnelling en ging rechtsaf de openbare weg op.
De uitrit van
het parkeerterrein een paar dagen later, op een rustig moment.
Hier stonden we te wachten tot er geen verkeer van links meer
kwam en wij
rechtsaf konden slaan, de openbare weg op. De surveillance-auto
bevond zich
ter hoogte van de paaltjes midden op de foto, met de neus naar
links.
Enkele seconden daarna zag ik
in mijn achteruitkijkspiegel een bordje met de tekst
"Stop" oplichten. Ik was er niet zeker van of het
stopteken voor mij bedoeld was maar besloot toch maar te stoppen.
Op de weg stilstaande zag ik in mijn zijspiegel dat er een
politie-auto achter mij stond. Al snel bleek dat het dezelfde
auto was die wij enkele seconden daarvoor nog in de andere
rijrichting hadden gezien. Die was dus kennelijk op de rijbaan
gekeerd om... ja waarom eigenlijk? Toch niet om mij te
arresteren?
Ik opende mijn deur om te vernemen wat er loos was.
Uit de surveillance-auto stapte een dame in uniform die mij
toebeet "Rijbewijs!"
"Wat is er aan de hand, mevrouw?" vroeg ik.
Opnieuw sommeerde ze op bitse toon: "Rijbewijs!"
(Op dat moment kwam spontaan mijn allereerste herinnering boven. Het was in de hongerwinter van 1944, ik was 4 jaar oud en ik zat bij mijn moeder achterop de fiets, bovenop de fietstassen waarin etenswaren zaten die ze bij een boer had gekocht. Onderweg stond er een Duitse militair op de weg, bij een terrein waarop een aantal mensen met fietsen en handkarren waren verzameld..Hij hield mijn moeder staande en vroeg op harde toon naar haar Ausweis. Wat is er dan aan de hand? vroeg mijn moeder. De Duitser schreeuwde opnieuw dat mijn moeder haar legitimatie moest laten zien en gebaarde met een handbeweging naar het verzamelterrein "Herein, herein!" of woorden van gelijke strekking. Ik begon te huilen. Daarna kwam een andere Duitser naderbij die ons even bekeek en toen zei "Rij maar door. Schnell" Kennelijk was er een razzia aan de gang, vertelde mijn moeder later)
Behoorlijk onzeker geworden
over wat zou kunnen gebeuren, overhandigde ik de agente mijn
rijbewijs en vroeg nogmaals waarom ik werd aangehouden.
"Omdat u uw gordel niet omhad", beweerde ze.
"Ik heb mijn gordel wel om", protesteerde ik.
"ja nu wel, maar toen net niet".
Ik was met stomheid geslagen en wilde protesteren, maar ze liep
al met mijn rijbewijs naar de surveillance-auto. Hier was sprake
van het Anja Joos effect: men denkt ten onrechte dat je
iets gedaan hebt en daarna komen ze je nog achterna ook.
Kort daarna kwam ze terug,
overhandigde mij mijn rijbewijs en zei dat ik de bekeuring wel
thuisgestuurd zou krijgen.
"Een bekeuring voor wat? Omdat ik mijn gordel correct
droeg?"
"Maak later maar bezwaar", zei ze bits en liep terug
naar de surveillance-auto.
"Ik heb mijn gordel even afgedaan toen ik op het
parkeerterrein stilstond", voerde ik aan, "om mijn
hoogzwangere vrouw met haar stoel te helpen. En ik ben pas weer
gaan rijden nadat ik hem weer had omgedaan en
" Maar ze
luisterde niet eens en onderbrak haar pas zelfs niet..
"Zo gaat u niet met mensen
om" riep ik haar daarom op luide toon na. "Weet u waar
dit op lijkt? Op een echo uit de bezettingstijd. U zou daar eens
een goed boek over moeten lezen"
"Ik lees nooit boeken", riep ze over haar schouder.
"Dat dacht ik al" riep ik.
Waarna ze er snel aan toevoegde: "Alleen maar het wetboek
van strafrecht."
Ze stapte in de surveillance-auto, haar mannelijke collega die
achter het stuur zat, keerde de auto en scheurde vervolgens vol
gas weg, alsof ze naar een zeer belangrijke misdaad werden
geroepen. Maar dit bleek alleen maar een staaltje van vreemd
macho-gedrag, want toen ik, behoorlijk aangeslagen door dit
bizarre voorval direct daarna terugreed naar de plaats des
onheils om een eventuele getuige van het voorval te vinden en de
situatie aldaar nog eens in ogenschouw te nemen, en ik opnieuw op
de kruising van de uitrit van het parkeerterrein en openbare weg
stilstond, kwam hetzelfde politie-autootje aan de overkant van de
straat weer voorbij. En ook dit keer keken de inzittenden ons
nadrukkelijk aan alvorens voor de tweede keer, nu met blauw
zwaailicht aan, weg te scheuren.
NB
Ik heb helaas
hun signalement niet, want het ging allemaal net zo snel en
overrompelend als bij een echte overval. Bovendien was ik te
aangeslagen door het gebeurde om nog de tegenwoordigheid van
geest te hebben het kenteken te noteren of de agente, van wie ik
voornamelijk haar rug heb gezien, goed te bekijken. Het wachten
is daarom op het proces-verbaal. Misschien dat daaruit valt op te
maken met wie we het twijfelachtige genoegen hadden....
NB2
Na drie dagen ben ik nog steeds kwaad over de manier waarop die
jonge agentjes tegenwoordig met gewone burgers omgaan. Het zal
wel komen door de manier waarop men die gasten werft. Vorig jaar
was er een wervingscampagne om kandidaten te lokken met als enige
tekst: Wil jij óók een goed salaris verdienen?
NB3
Vannacht had ik een droom getiteld "Hoe het zou moeten"en
die als volgt ging:
Ik ben staande
gehouden. Een agente van politie loopt naar mijn auto toe, ik doe
de deur of raampje open.
"Goedenmiddag meneer", zegt de agente op hoffelijke
toon (want ze ziet direct dat ik minstens twee keer zo oud ben
als zij), "ik ben agent Deslimsteniet van het bureau
Waddenweg . Ik heb geconstateerd dat u uw gordel niet omhad.
Daarom zou ik graag even uw rijbewijs willen zien."
Ik overhandig de agent mijn rijbewijs en maak haar erop
opmerkzaam dat ik wel degelijk mijn gordel omhad (en nog steeds
omheb).
Agent Deslimsteniet (terwijl zij in mijn rijbewijs kijkt):
"Meneer
eh.. de Kat, ik heb toch duidelijk gezien dat u
pas bij de uitrit van het parkeerterrein bij het Stadsdeelkantoor
Noord uw gordel omdeed. Dat betekent dus dat u op het
parkeerterrein zelf zonder gordel om hebt gereden. Bovendien heb
ik geconstateerd dat u uw gordel snel omdeed toen u zag dat wij
vanuit onze surveillance-auto aan de overkant van de weg naar u
keken."
"Nee, mevrouw", antwoordde ik, "dat is toch echt
een geheel verkeerde voorstelling van zaken en een pertinent
onjuiste conclusie. Het is namelijk zo dat wij na gedane zaken op
het Stadsdeelkantoor in onze op het parkeerterrein van dat
kantoor geparkeerde auto stapten, onze gordel omdeden en naar de
uitrit van het parkeerterrein reden, waar ik bij de T-kruising
moest wachten tot de weg vrij was. Omdat mijn hoogzwangere
partner er vanwege haar positie (in de dubbele betekenis van het
woord) niet in slaagde haar stoel in een voor haar meer
comfortabele stand te zetten en mij dat zelf ook niet lukte omdat
mijn gordel dat verhinderde, heb ik de gordel een moment afgedaan
om de passagiersstoel te kunnen verstellen. Daarna heb ik de
gordel weer omgedaan en zijn wij weggereden. Inderdaad heb ik u
en de surveillance-auto gezien maar dat was op het moment dat ik
mijn gordel weer omdeed. U hebt dat omdoen kennelijk verkeerd
geïnterpreteerd en alleen maar waargenomen wat u wilde zien.
Dat soort vcrkeerde interpretatiegedrag van wetsdienaren heeft al
menig burgers onschuldig in de cel doen belanden, zoals u wel
zult weten."
Agent Deslimsteniet: "Aaaah, zit dat zo. Wel wel, wat kan
een mens zich toch vergissen. Nou, het spijt mij oprecht dat ik u
voor niets heb lastig gevallen. Ik zal voortaan nog beter
opletten als ik overtredingen meen te zien die er niet zijn.. ik
wens u nog een prettige voortzetting van uw reis."