Oudere langdurig werklozen kunnen doodvallen
Het blijft tobben met het Gewestelijk Arbeidsbureau

Bent u een oudere jongere van 45 jaar of meer? En zoekt u werk? En heeft u het idee dat het Gewestelijk Arbeidsbureau (dat tegenwoordig zo aan de weg timmert) u kan helpen? Dan moeten wij u helaas teleurstellen.



Zo ziet volgens een advertentie van het Arbeidsbureau
een langdurig werkloze eruit. De man is niet bezig met
sollicitatiebrieven schrijven, maar vertrapt al rennend
zeldzame vegetatie in een heuvelachtig landschap.
Het gaat hier om een werkloze die de 45 jaar nog niet is
gepasseerd (zie de discrimerende GAB-advertenties elders
op deze pagina) want werkzoekenden van 46 jaar of ouder
kunnen wat het Arbeidsbureau betreft doodvallen.
Let ook op de Enorme Hond rechts op het plaatje.
Wie gaat er voor dat bakbeest zorgen als het baasje
eindelijk weer werk heeft gevonden?

Het is alweer enige jaren geleden dat wij ons bij het Arbeidsbureau als werkzoekende lieten inschrijven. Dat de tijden veranderd waren, werd al direct na onze binnenkomst duidelijk, want we werden verwelkomd door dezelfde bejaarde portier die we lang geleden al eens eerder hadden gezien, maar nu droeg hij een ringetje in zijn oor. Dat ringetje stelde ons weinig op ons gemak, want wij van onze kant hadden, om onze werkwilligheid nog te accentueren, speciaal voor de gelegenheid enige klassieke kledingstukken uit ons archief opgediept, zoals een nette stropdas, een van messcherpe vouwen voorziene pantalon en goed gepoetste lederen schoenen met veters. Aldus uitgedost voelden wij ons daar in het statige pand aan het Singel in Amsterdam als Captain Kirk van het Starship Enterprise die, na upgebeamd te zijn, in een geheel andere tijd blijkt te zijn terechtgekomen. Het was overigens niet alleen dat oorringetje dat ons dat bevreemdende en vervreemdende gevoel gaf. Dat kwam ook door de aanblik van de andere werkzoekenden daar, die zonder uitzondering rafelige vrijetijdskleding en in veel gevallen ook bizarre kapsels droegen.

Na onze inschrijving keerden we weer huiswaarts, waarna er een tijdlang helemaal niets gebeurde. Maar plotseling ontvingen we dan toch een kaartje van bemiddelend ambtenaar M.A. de Weerdt (onthoud die naam!) die ons opdroeg zo spoedig mogelijk met haar contact op te nemen in verband met een vacature redacteur bij Amnesty International. Wij waren uiteraard dolblij, dat spreekt. En uit wat mevrouw de Weerdt ons kort daarna in een telefoongesprek meedeelde, konden wij opmaken dat wij toevallig precies de medewerker waren die Amnesty zocht. Dus componeerden wij onmiddellijk een fraai sollicitatieschrijven dat we, om er geen gras over te laten groeien, persoonlijk bij Amnesty in de bus wierpen. En tegen wie het maar horen wilde, praatten wij honderduit over onze aanstaande nieuwe baan als redacteur.

Een maand en 2 dagen later reeds ontvingen wij van Doeke Bekius van Amnesty een afwijzend schrijven waarin ons werd meegedeeld dat wij helaas niet in aanmerking kwamen voor de vacante functie van uitgever. Wat? Uitgever? Wij informeerden bij Amnesty of hier wellicht sprake was van een vergissing, maar dat bleek niet het geval. Bekius legde uit dat hij bij het Arbeidsbureau expliciet om een uitgever en niet om een redacteur had gevraagd en dat hij het knap stom vond van het Arbeidsbureau dat ze verkeerde mensen gingen sturen . Wij wendden ons daarna om uitleg tot onze bemiddelend ambtenaar M.A. de Weerdt, omdat wij wel eens wilden weten waarom zij ons met deze dode mus had blij gemaakt. "Ach", babbelde mevouw de Weerdt die toch zo aardig had bemiddeld, "redacteur en uitgever, dat is toch bijna hetzelfde?" Toen wij vervolgens hardop twijfelden aan haar capaciteiten als arbeidsbemiddelaar, wierp zij doodleuk de hoorn op de haak

Kort daarna geraakten wij, zonder bemoeienis van het Arbeidsbureau overigens, als medewerker Externe Betrekkingen in loondienst bij een snel groeiend computerbedrijf te Aalsmeer (compleet met gratis PC en auto van de zaak), maar in de roes van dit vreugdevolle gebeuren verzuimden wij ons bij het Arbeidsbureau in Amsterdam te laten uitschrijven. Inmiddels staan we daardoor alweer drie jaar te Amsterdam als werkzoekende ingeschreven (de inschrijvingstermijn hebben we al die tijd trouw verlengd door de kaart steeds tijdig op te sturen - voornamelijk om te kijken wat er zou gebeuren), maar na de Amnesty-affaire hebben we van bemiddelend ambtenaar M.A. de Weerdt nimmer meer iets gehoord. Het zou ons dan ook niet verbazen als dat kwam doordat mevrouw de Weerdt, na ons verhitte telefoongesprekje drie jaar eerder, uit wraak achter haar terminal is gaan zitten en achter onze naam Niet bemiddelbaar heeft ingetoetst. (Uiteraard weet zij niet dat wij allang weer een baan hebben, want wij werken in Aalsmeer en zij zit achter een stoffig bureau op een arbeidsbureau in een andere gemeente).

Een andere verklaring voor die doodse stilte van de bemiddelend ambtenaar in Amsterdam (en dat geldt met name wanneer u werk zoekt en u buiten uw schuld 46 jaar of ouder bent) is de inmiddels aangetreden jongste generatie managers, beslissers en uitvoerders die zich inmiddels overal in de maatschappij heeft genesteld. Een aantal van deze dynamische jongeren met teamgeest deelt nu op de Gewestelijke Arbeidsbureaus de lakens uit. En dacht u dat het hun een fluit kan schelen dat u, 46 jaar of ouder, zit te snakken naar werk? Zij volgen gehoorzaam de bevelen uit het bedrijfsleven op, dat goedkope jongere arbeidskrachten eist. En zelfs als u met een weinig interessant en bevredigend baantje genoegen zou willen nemen, of u tot voetveeg zou willen laten omscholen, dan komt u daarvoor als 46-jarige of oudere werkzoekende niet (althans niet via het Arbeidsbureau) in aanmerking.

Van de leeftijd-discriminerende advertenties die het Arbeidsbureau de laatste tijd in de huis-aan-huisbladen plaatst, hebben wij hieronder enkele (helaas door koffievlekken verkleurde) voorbeelden gereproduceerd, zodat u met eigen ogen kunt zien dat oudere jongeren van 46 jaar of meer helemaal niets van het GAB hoeven te verwachten.

Maar ook de werkgevers zelf kunnen er wat van. In onze periode van werkloosheid lazen wij een personeelsadvertentie waarin het Financieel Economisch Weekblad/Beleggersbelangen een bureauredacteur vroeg. De kandidaat die men zocht, moest echter allerlei diploma's hebben waarvan wij alleen maar konden dromen. Dus schreven wij, in plaats van naar de geadverteerde baan te solliciteren, een brief waarin wij informeerden of er bij hen wellicht binnen afzienbare termijn wellicht een functie vrijkwam die meer aansloot bij onze (toch ook best redelijke) opleiding, capaciteiten en ervaring. Een initiatiefsollicitatie heet een dergelijk epistel. Dat initiatief werd echter niet gewaardeerd door het weekblad, want wat antwoordde de slecht-sollicitatiebrieven-lezende hoofdredacteur W.Zuijderduijn ons in zijn schrijven met referentienummer 84/wz/ap/0006?
"Dank voor uw brief waarin u naar de functie van bureauredacteur solliciteert. Zoals u zelf al aangeeft, voldoet u niet aan de voorwaarden die wij gesteld hebben aan de potentiële kandidaten. Hoogachtend," enzovoorts.

(Amsterdam, december 1989)

Terug

1