Er gebeurt hier ook nooit eens wat
Tijd om uit Almere
te vertrekken

Zes jaar wonen wij nu in Almere. In een huurhuis nog altijd, want de mogelijkheid om te emigreren naar een mooi, warm en ver land kan zich ieder moment voordoen. Vorig jaar werd, tot onze verbijstering, de huur verlaagd in plaats van verhoogd. Let wel: de huur bleef niet eens gelijk maar werd zelfs minder. Deze strategie werd de verhuurder ongetwijfeld ingegeven door het feit dat er sprake is van een enorme leegloop in de wijk waar wij wonen en dat, om leegstand te voorkomen, de woningen bereikbaar moeten zijn voor minder kapitaalkrachtige bevolkingsgroepen. Ons motief om een aantal jaren geleden zo'n aanvankelijk zeer dure huurwoning te betrekken, was nu juist het gegeven dat hoe hoger de huurprijs, hoe meer de huurders zich bekommeren over het wel en wee van hun woonomgeving. Wij wilden wel eens van onze verhuurder weten waaróm het zo nodig was de huur van de woningen in onze straat te verlagen. Wij stuurden hen derhalve eerst een fax en, toen die onbeantwoord bleef, een brief. Maar ook daarop reageerde de verhuurder niet.

Nadat de huurverlaging was doorgevoerd en hordes minder kapitaalkrachtigen op de leegstaande woningen waren afgekomen, werd er bij ons ingebroken. Weg digitale camera's, weg alle dingetjes met glimwaarde (het leken verdorie wel eksters) en weg onder meer het dure Australian trainingspak van onze dochter, dat ten tijde van de inbraak op zolder aan de waslijn te drogen hing. Dat trainingspak werd kort daarna op straat door onze dochter herkend, toen het - gevuld met een vaag, pas in de wijk gearriveerd vriendje - voorbij kwam. Dat gaf de politie een `clue' zoals dat heet en de daders van de inbraak werden, overigens ook vanwege gevonden vingerafdrukken in onze woning, vrij snel daarna gevonden. Maar nog niet gepakt, want er waren recentelijk meer soortgelijke inbraken gepleegd, zei de rechercheur en de politie wilde eerst al die zaken rond krijgen voordat tot aanhouding zou worden overgegaan. Klonk fraai en plausibel, maar in de maanden die volgden, hadden de daders wél ruimschoots de tijd en gelegenheid onze kostbare camera's en andere waardevolle hebbedingetjes aan de meestbiedende te verpatsen. Uiteindelijk schijnt er wel sprake van aanhouding te zijn geweest, maar daarover werden wij, als slachtoffer, niet geïnformeerd.

Een maand of wat geleden hoorden wij op een avond doffe klappen tegen het dubbele raam aan de voorzijde van onze huurwoning. Die geluiden bleken veroorzaakt te zijn doordat iemand ongekookte eieren tegen het raam had geworpen. Dat constateerden we toen we ons buitenshuis begaven om te kijken wat er aan de hand was. Er was toen echter, behalve het struif dat traag naar beneden gleed, niets of niemand meer te zien. We brachten deze eieractie in verband met de aanhouding van de inbrekers en namen aan dat het familieleden of vriendjes van de daders waren geweest die de eieren bij wijze van wraakactie hadden gegooid. Wij vonden dit incident echter te gering om er `werk van te maken' en maakten de volgende dag gewoon de ramen schoon.

Op donderdag 9 april 1998 echter klonk er rond 21.30 uur opnieuw een klap aan de voorkant van onze woning, dit keer een hele zware die bovendien gevolgd werd door gerinkel. Op dat moment zaten wij juist op de eerste verdieping te werken en het kostte ons slechts enkele seconden om het raam van ons werkvertrek te openen en te kijken wat er beneden aan de hand was. Wij constateerden dat er één persoon wegrende en dat een ander iemand zich per fiets zonder licht, staande op de pedalen, uit de voeten maakte. Het was net iets te donker om details te kunnen onderscheiden, maar wel zagen wij dat beiden vluchtten naar het paadje langs de busbaan waar de honden uit de buurt onder geleide van hun baasjes gewend zijn hun darmen te ledigen. Wij snelden de trap af, openden de buitendeur en constateerden dat er een flink gat in het dubbele raam aan de voorzijde zat. En bij het opnemen van de schade aan de binnenzijde van onze woning troffen we in de keuken, temidden van een menigte glasscherven, een stuk straattegel aan (zie afbeelding 1).


Afbeelding 1: het stuk straattegel dat kennelijk met veel kracht is gegooid,
want het lag in de keuken op circa twee meter van het raam

Omdat het nummer van de Almeerse politie (voor noodgevallen) in grote cijfers op het behang is gekalkt, waren wij in staat de Hermandad uiterst snel van het gebeurde in kennis te stellen. De telefonist nam belangstellend kennis van ons relaas maar merkte direct daarna op dat er helaas niemand langs kon komen. Op ons `Waarom niet?' vernamen wij dat het die avond nou net bijzonder druk was en dat alle beschikbare mankracht al met andere akkevietjes bezig was. Wel was men zo vriendelijk ons het telefoonnummer van het Almeerse glasbedrijf te verstrekken dat 24 uur paraat stond om gebroken ruiten te herstellen. Maar dat glasbedrijf nam de telefoon niet op toen wij hen één, twee, ja zelfs tot drie keer aan toe belden. In de telefoongids vonden we vervolgens een ander 24-uurs glasbedrijf dat wél op ons telefoontje reageerde. Zij beloofden binnen een half uur ter plekke te zijn om de schade tijdelijk te repareren.


Afbeelding 2: Het raam, na de tijdelijke reparatie.

Gedurende het wachten spiedden wij, vanuit onze onverlichte werkkamer, de omgeving van onze woning af. Wij zagen op zeker moment uit het schijtlaantje naast de busbaan twee personen komen, die wonderwel voldeden aan het (vage) signalement dat wij de politie hadden willen verstrekken. Eén van hen had een fiets aan de hand. Aangezien het poepweggetje doorgaans uitsluitend wordt benut door voetgangers die hun hond(je) uitlaten, waren we er redelijk zeker van dat het hier ging om degenen die kort daarvoor een steen door onze dubbele ramen hadden gegooid. Maar ja, wat moet je dan? Zelfs als we de daders of althans één van hen hadden weten aan te houden, dan zou toch de politie niet komen opdagen om de verdachten van ons over te nemen. Want daarvoor zou men, op die drukke avond, `de mankracht' niet hebben gehad. Wij voelden ons op dat moment bijzonder onplezierig en machteloos, dat kunnen wij u wél vertellen.

Nadat de twee door ons verdachte personen in de nacht waren verdwenen en wij wachtende waren op de komst van het glasbedrijf, belden wij de verhuurder van onze woning. Wij herinnerden ons namelijk opeens dat er bij de ons periodiek in rekening gebrachte servicekosten ook sprake is van een evenredig deel van een glasverzekeringspremie. Wij spraken een bericht op het voor noodgevallen bedoelde bandje in en wachtten verder op de komst van het glasbedrijf. Kort daarna al belde een dame van de onderhoudsdienst van het woningverhuurbedrijf ons terug en verzocht ons de glasschade te melden bij de glasblazer die eerder de telefoon niet had opgenomen. Tja, zeiden wij, dat glasbedrijf gaf tot drie maal toe geen gehoor en omdat we zo vlak voor Pasen toch een noodvoorziening nodig hadden, hebben we een andere 24-uurs glasdienst gebeld. De dame drukte ons op het hart dat wij die glasdienst geen opdracht tot levering van een nieuw raam en de montage daarvan mochten geven vanwege het contract met hun eigen glasorganisatie. Wij moesten de nota voor de noodvoorziening te zijner tijd maar naar de verhuurder sturen (ter attentie van de opzichter) met vermelding van ons bank- of gironummer. Op dat moment belde de niet-gecontracteerde glaszetter bij ons aan. Nou, die trok ons het vel behoorlijk over de oren, want die wist natuurlijk allang dat onze verhuurder een contract had met een ander glasbedrijf. Het voorrijden en het opplakken van een tijdelijk stuk oud glas kostte volgens zijn opgave driehonderd gulden, maar daarvan zou de helft worden gerestitueerd als zij te zijner tijd het nieuwe dubbele raam mochten leveren. Daarvoor had de glasman natuurlijk nog wel eerst even de maten van het raam nodig. "Heeft u misschien een duimstok?", vroeg hij, de vakman. Die hadden we niet en trouwens, het opmeten door hem zou toch zinloos geweest zijn want onze huisbaas had daar zijn eigen gecontracteerde mannetje voor.

Toen het op afrekenen aankwam, bleek dat de kort daarvoor gedane prijsopgave exclusief BTW was. Wij weten niet zeker of de glasman daarmee buiten zijn boekje is gegaan (een prijsopgave aan particulieren moet, dachten wij, altijd inclusief BTW zijn), en we hebben de torenhoge rekening (nou ja, rekening... een vodje papier zonder firmastempel) dan ook met een zuur gezicht voldaan. En nu we weten dat er na het eventueel door ons in de kraag vatten van kleine criminelen geen agenten beschikbaar zijn om ze van ons over te nemen, willen we eigenlijk zo snel mogelijk weg uit Almere. Want te weinig mankracht betekent niet meer en niet minder dat ook grote criminelen in deze gemeente vrij spel hebben. In ieder geval op de donderdag. En wij, als eerzame burgers, altijd maar denken dat Almere een stad is waar niets te beleven valt...

Naschrift
Het is nu 16 april, en ons kapotte dubbele raam is nog altijd niet vervangen. Wel heeft gisteren de - kennelijk bijziende - glazenwasser H.v.d. Bijl ons huisje niet overgeslagen toen hij een reclamepapiertje in alle brievenbussen deed met de volgende tekst:

Wilt u uw ramen schoon en rein?
Laat mij dan uw glazenwasser zijn!
Heeft u vragen over b.v. de prijzen?
dan wil ik u naar mijn telefoonnummer verwijzen:
036-5361060

Naschrift (2)
Het raam is inmiddels vervangen. Kort daarna floepte op een nacht in onze achtertuin de buitenverlichting met infrarood detector aan en hoorden we gestommel.Uit bed gekomen zagen we door het raam hoe iemand zich uit de voeten maakte met het fraaie damesrijwiel van onze dochter. Maar toen we klaar waren met het aantrekken van enige kleding en ons naar buiten hadden begeven, was de vogel natuurlijk reeds gevlogen. De politie hebben we maar niet gebeld, want dat zou toch geen zin gehad hebben.

Naschrift (3)
Tijdens de zomervakantie van 1998 zagen we op een regenachtige avond, terwijl we onze werkzaamheden even onderbraken om uit het raam te staren, dat er een deur van de tegenover onze woning gelegende basisschool openstond. Had iemand van de school dat zelf gedaan of was hier sprake van een inbraak? Wij zochten n het telefoonboek het nummer van de school op, belden dat, maar er nam niemand op. Na enig geaarzel besloten we uiteindelijk toch maar de politie op de hoogte te brengen. "Kan die deur niet dicht dan?" was de eerste vraag die men ons stelde. Wij antwoordden dat dat waarschijnlijk best zou kunnen maar dat wij toch liever niet aan die deur kwamen zolang er niet iemand was geweest om die deur op eventuele sporen of aanwijzingen te controleren. Men beloofde poolshoogte te komen nemen. In afwachting van de politie hielden wij de deur voortdurend in de gaten, want misschien kwam er wel iemand uit de school (al dan niet met een plunjezak vol buit) die daar niets te zoeken had. Maar een uur lang gebeurde er niets -- er kwam niemand uit die deur en ook de politie kwam niet opdagen. Het was inmiddels gaan stortregenen en door die wijdopen deur zou het in die school behoorlijk inregenen. We besloten de deur daarom toch maar te gaan dichtdoen. Gewapend met een paraplu liepen we naar de deur, riepen "Hallo?" en toen er geen antwoord kwam, deden we met één vinger die deur zodanig dicht dat de regen geen vrij spel meer had. We zagen naast de deur beschadigingen die er op wezen dat er wellicht gereedschap was gebruikt om ongeoorloofd toegang tot de school te krijgen. Bij de hoofdingang van de school keken we of daar misschien een telefoonnummer voor noodgevallen te zien was, maar dat bleek niet zo te zijn. Daarop renden we door de regen weer naar ons huis en belden opnieuw de politie. "Ze zijn nu nog bezig in de Glenn Millerstraat maar daarna komen ze direct naar u toe", beloofde men. Ruim een half uur later (dus meer dan anderhalf uur na onze eerste melding) gebeurde dat eindelijk. Twee motoragenten (toen ze later hun helmen afzetten, bleken het vrouwelijke agenten te zijn) zoefden onze straat in, reden wat heen en weer voor de school maar zagen (omdat wij de open deur inmiddels hadden toegedaan) niet bijzonders. Ze maakten geen aanstalten om op ons adres aan te bellen en omdat het er naar uitzag dat ze zo direct onverrichterzake weer zouden wegzoeven, liepen wij naar buiten en wezen hen de deur aan. Ook maakten wij hen opmerkzaam op de verse beschadigingen naast de deur, maar een van hen sprak vakkundig: "Die zien er oud uit" en drukte de splinters met haar duim stevig terug in het hout. Daarop verdwenen ze de school in. Een kwartier later arriveerde er zelfs een heel team in burger bij de school, zodat het wel duidelijk was dat hier iets aan de hand was.

Al met al konden we pas ruim twee uur nadat we de verdachte open deur bij de politie hadden gemeld, eindelijk verder gaan met onze normale werkzaamheden. Maar de concentratie was weg. En toen onze dochter later die avond thuiskwam en ik haar van die open deur en het wegwerken van inbraaksporen door de politie zelf vertelde, herinnerde ze zich te hebben gezien dat die deur 's morgens al had opengestaan. Dat moet voor de politie toch een interessant gegeven zijn bij hun onderzoek. Maar tot op heden is er niemand die met ons contact heeft opgenomen.

Terug

1