? 1918 - 1945 Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van de Nederlandse helm. M-16. M-16 Röchlin. N.M. N.M verbeterde versie. Hoofdstuk 2 Helmplaat. Hoofdstuk 3 Helmen gebruikt door diverse landen. De Roemeense Helm Hoofdstuk 4 Afschriften divers Hoofdstuk 5 Fotoalbum door Martin Bijl. 2001/2002. Inleiding De geschiedenis van de Nederlandse helm is nog steeds enigszins "in nevelen gehuld". De Duitse helm is daarentegen uitvoerig beschreven. Nederland heeft geen grote variatie gekend zoals de Duitse helm. Helaas is de Nederlandse helm weinig beschreven. Hoofdstuk 1 Ontwikkeling van de Nederlandse helm. Halverwege de eerste wereldoorlog besloten de Nederlandse autoriteiten om over te gaan op een stalen helm voor de strijdkrachten. Diverse experimenten met buitenlandse modellen zoals de Franse Casque Adrian M15, waarvan men 10.000 exemplaren aankocht, gaven een onbevredigend resultaat. Men gaat over tot experimenten met eigen proefmodellen die vervaardigd werden door de firma J.B. van Heyst en zonen (fabrieken van Stamp- en Perswerken te Den Haag) in opdracht van “Hembrug“. De proefmodellen die begin 1916 bij de troep 18e Regiment Infanterie werden getest resulteerden in het uiteindelijk model M-16. Na de demobilisatie werd de helmproductie in de jaren '18 en '19 actief voortgezet. Ook werden de in 1918 in beslag genomen Duitse helmen M16/17 verstrekt aan burgerdiensten. Zo werden deze onder andere gedragen door de Amsterdamse Vrijwillige burgerwacht. De Duitse helmen werden in beslag genomen van de zich uit België terugtrekkende Duitse troepen, toen deze door de smalle corridor Roosteren-Sisteren trokken. De ontwikkelde modellen Nederlandse helmen werden alle werden gedragen tot begin van de oorlog. ? Franse Adrianhelm. Model 0, test De proef met de testhelm werd uitgevoerd door een detachement van de 18e regiment infanterie invoering test: voorjaar 1916. De vorm van de helm lijkt veel op het Franse model.Het gewicht is 1,5 pond. Dit model is enigszins anders dan het hier opvolgend model, de rand aan de zijkanten was iets smaller als bij het Frans model. Model 1. A. M-16 invoering: 1918. gedragen tot in 1940 materiaal: uit een stuk staal geperst, eenheidshelm. model: scherpe rand, niet omgekraald. fabrikant: firma J.B. van Heysten zonen te 's-Gravenhage (fabrieken van Stamp- en Perswerken) in opdracht van de "Hembrug". In 1918 werden 50.000 helmen besteld. Men was in 1919 niet tevreden met dit model, en na diverse testen (schiet- en slagproeven) bleek dat het materiaal niet sterk genoeg was, geen kwaliteitsstaal. De engelse en de Duitse helmen voldeden wel. De helm werd verder ontwikkeld tot M-16 "gekraalde Röchlin-helm". ? Op foto's van april/mei 1916 dragen diverse afdelingen van de infanterie reeds de helm. ? M16, medische dienst. Helm met 3 sleuven. ? Binnenwerk M16. B. M-16, "gekraalde Röchlin helm" M.22 ontwerp: Als bovenstaand model. invoering: gedragen tot in 1940 model: gekraalde rand materiaal: Röchlin ? M-16, "gekraalde Röchlin helm" (M.22). Beide modellen werden overigens ook na de invoering van de helm M.28, "Nieuw Model", tot 1940 in het Nederlandse leger gedragen, maar het grootste gedeelte kwam in gebruik bij diverse gemeentelijke politiekorpsen, de Rijksveldwacht en vele vrijwillige burgerwachten. De door Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog aangekochte Adrianhelmen kwamen terecht bij het 3e Rgt. Huzaren, het 9de Rgt. Infanterie en bij de kaderlandstorm. De M16 is er met 1 of 3 riemsleuven. Omdat de Nederlandse legerleiding niet tevreden was met de M16 ging in 1924 een “Commissie inzake het helmvraagstuk” aan het werk, die een achttal proefhelmen liet vervaardigen bij de Verenigde Blikfabrieken te Wormerveer. Dit resulteerde in de M28, het “nieuwe model” (N.M.) Model 2 of nieuwe model of M.28. (M.27?) C. N.M. (nieuwe model). ontwerp: vermoedelijk J.B. de Jong, kapitein der intendance. Aanmaak: Nieuw model vastgesteld in 1926, toen 22.000 helmen geproduceerd (uitgebracht '27). Invoering: rond 1927 Materiaal: Kleur: vrij donkere olijftint. Rijkswapen (roodkoper) dofzwart. Fabrikanten: Verenigde Blikfabriek te Wormerveer Binnenwerk: lederen binnenwerk met viltkussen gemaakt te Amsterdam (maakte ook uitrustingstukken in leder en textiel). ? N.M.28, uitvoering Koninklijke Marechaussee. D. N.M. -verbeterde versie. (M.34) Invoering: rond 1934 wijziging: - onderzijde bij het oor iets meer uitgesneden. - kleur gespoten in een helle olijfkleur. *Ook komen modellen voor die CM 1938 gestempeld zijn op het lederen binnenwerk. Ging de productie door tot begin 1940? ? Een afbeelding uit de “Atlas van XLV platen behorend bij de “handleiding tot de kennis der artillerie. ? Blauwdruk eerste ontwerp N.M. ? Blauwdruk helm N.M. Binnenwerk. ? Schema binnenwerk. De leren binnenring is vastgeklonken aan de helm. De 3 leren flappen hebben koperen oogjes waardoor een stoffen of leren veter gaat. Voor de 3 flappen bevind zich een kussenachtig materiaal van 1,5 mm dikte. Hieronder een foto van het geheel. ? Het binnenwerk, opengewerkt. ? Het binnenwerk in normale toestand. foto M. Bijl ? NM28. foto M. Bijl Achterin zit een afstelbaar leren nekstuk wat zorgt voor een beter comfort. ? Verstelbaar nekleer. foto M. Bijl ? NM34, uitvoering medische dienst. foto M. Bijl Binnenwerkstempel. Op de leren binnenring is de helm soms gestempeld. Het betreft hier het CM-stempel met daaronder het productiejaar. ? “Centraal Magazijn” 1932. foto M. Bijl ? De NM28, met scherpe rand. foto M. Bijl De N.M. helm zonder omgeslagen rand. Betreft het hier een proefmodel? Duitsland is rond 1943 begonnen met de ontwikkeling van een nieuwe helm. Tijdens proeven gebruikte men diverse modellen, waaronder een model die exact gelijk was aan de N.M. Dit Duitse proefmodel bezat eveneens geen omgeslagen rand. ? Afwijkend binnenwerk. M28. foto M. Bijl foto M. Bijl ? Kinband met gesp. foto M. Bijl Helmdrager en camouflage-elastiek Voor de beredenen werd van bruin tuigleder een drager samengesteld, die bevestigd werd aan het harnachement zodat de helm een passende plaats innam naarst de andere uitrustingen De olijfgroene helmelastieken met de twee haken werd na 1928 uitgereikt, die het nodige camouflagemateriaal, zoals takken, hooi en ander materiaal bijeen kon houden. Koningklijke Marechaussee Het personeel van het Wapen der Koninklijke Marechaussee droeg de helm N.M. geheel met zwarte verf bespoten. Voorop de helm soms een embleem met het ontploffend bommetje. Deze helm werd na 1940 door de landwacht gedragen. noot 3: Een iets verkorte versie van de N.M. 28/34 was het model 38 bij de KNIL-strijdkrachten ingevoerd. Meestal met zwartleren nekflap. Ook was de binnenkant geheel bekleed. ? Knil-helm met geheel bekleed binnenwerk. Het Korps Mariniers droeg een helm N.M. met i.pv. het ovale wapenschild de bekende geelkoperen schouder- of petembleem. Later werd deze vervangen door het witmetalen onklare anker en Koninklijke Kroon. (als op de koppelplaat). ? Hoofdstuk 2 Helmplaat. ? Christian Johannes van der Hoef (1875 - 1933) was in de periode 1900 - -1930 vooraanstaand en vernieuwend ontwerper van kunstnijverheid en penningen. Hij ontwierp bijvoorbeeld ook de gaspenningen in de jaren '20. Er zijn 2 ontwerpschetsen van de frontplaat bekend. De eerste toonde de W met de kroon. Uiteindelijk werd gekozen voor de heraldische Nederlandse leeuw. ? De ontwerpschetsjes werden ontdekt bij de Rijksmunt te Utrecht. Hoofdstuk 3 De Nederlandse helmen werden gebruikt door de Duitse troepen. Zo werd de M16 verstrekt aan: - de TeNo, Technische Nothilfe. - Luftschutz. Ontdaan van embleem, zwart geverfd en voorzien van het insigne van de Luftschutz. (Een aantal kregen het luftschutz-embleem aangebracht op de achterkant van de helm. Deze helm werd verkeerd om gedragen, met de bekende sleuf aan de voorkant). De N.M. is ook verstrekt aan de Duitse troepen. De leeuw werd verwijderd, en de zijkanten werden voorzien van emblemen De Roemeense Helm. In 1938 kwam een afvaardiging uit Roemenië in Nederland om de helmen te kopen. Het leeuwtje werd vervangen door het embleem van koning Karel II (een gekruiste letter CC, van Carol, met de Roemeense koningskroon) en op 5 september 1938 tekende de toenmalige minister van oorlog, Victor Slavescu, een contract voor de levering van 300.000 Nederlandse helmen. De door Nederland geleverde helm verving de Casque Adrian, waarmee de Roemeense krijgsmacht sedert 1916 was uitgerust en die bij sommige onderdelen, zoals de luchtafweer, nog tot het einde van de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt. Na de capitulatie in mei 1940 gingen de Nederlandse helmen als krijgsbuit naar Duitsland. Een deel van de helmen ging naar de luftschutz, het grootste deel van de M.27/N.M. werd echter naar Roemenië gestuurd. Na het begin van de veldtocht tegen Sovjetunie en de verstrekte mobilisatie van dienstplichtigen in het met Duitsland verbonden Roemenië, volgden er nog meer leveranties uit Nederland, voornamelijk de ruwe, metalen kalot, die door de Firma B & C in Litzmannstadt (Lwow) van binnenwerk, identiek aan dat voor de Duitse helm M.35, werd voorzien. De koperen helmplaatje met de Nederlandse leeuw was inmiddels verwijderd, het vormde als zogenaamd strategisch materiaal een welkome bijdrage voor de Duitse wapenindustrie en de helmen kregen de staalgrijze kleur van de Wehrmacht. Oorspronkelijk waren de voor Roemenië bestemde helmen nagenoeg gelijk aan het originele Nederlandse model. Aangezien de grasgroene kleur te veel gelijkenis met de kleur van Russische helmen vertoonde, besloot men ook in dit detail over te gaan tot aanpassing bij het verschijningsbeeld van de Duitse bondgenoot. De helm word tegenwoordig nog steeds gedragen, in gewijzigde vorm. ? De Roemeense helm. Hoofdstuk 4 Munitiefabriek 21 Maart 1919 ad 986A Stalen Helmen Uit uw schrijven dd. 19 Maart jl. Afd. G. S. No 2481 Meenen wij te moeten opmaken, dat overwogen wordt niet over te gaan tot annuleeren der aan de firma VAN HEYST gegeven opdracht, wat was voorgesteld in ons bericht van 7 februari jl. Afd. M. F. No 536 A. en wat blijkbaar aanvankelyk ook door het Departement van oorlog gewenscht werd (zie o.a. Aanschr. Departement van Oorlog dd 12 Februari jl. IV de Afd. No. 143) De oorpronkelyk aan de Firma VAN HEYST gegeven opdracht houdt als eisch in, dat het materiaal moet bevatten 1 % koolstof en 11 % mangaan; de trekvaardigheid minstens 60 KG per mm2 en de rekking minstens 1 % moet bedragen. Voorts is daarin bepaald, dat de helm bestand moet zyn tegen revolverschoten van het Legermodel op 6 M. afstand. Na het treffen mogen geen gaten of scheuren worden waargenomen. De hel mag verder niet scheuren wanneer krachtige slagen met een gescherpte klewang daarop worden toegebracht. Wij tekenen hierby nog aan, dat de eisch betreffende samenstelling van het materiaal zoomede de cyfers van de trekvastheid en rekking vrywel overeenkomen met hetgeen gevonden werd by het onderzoek der Engelse helmen, welke helmen voorts geheel voldeden aan de gestelde schietproef en slagproef. Van alle helmsoorten die hier ter onderzoek worden gezonden voldeden alleen de Engelse en de Duitse helmen geheel aan die proeven. De Hollandsche helmen zyn niet van kwaliteitsstaal gemaakt en voldoen ook niet in alle opzichten aan de schiet- en slagproef. De Franse en de Zweedsche helmen hadden nog minder weerstand. Een later ter onderzoek ontvangen Zwitsersche helm voldeed ook vrywel aan de proeven vorenbedoeld. In ons aan u gericht schrijven van 7 juni 1918 No 483 Geheim wordt daaromtrent vermeld: “De Zwitsersche helm nadert wat weerstand tegen revolverschot op 6 M. en tegen Klewangslagen betreft de eigenschappen van de Duitse en Engelse helmen die hier in dertyd onderzocht werden en staat slechts weinig by deze achter”. Omtrent het materiaal dezer helmen werd u nader bericht by ons schrijven van 13 juli 1918, No 3418 A. Ten einde Uwe vraag te kunnen beantwoorden of de 50.000 oorspronkelijk by de firma VAN HEYST op genoemde voorwaarden besteld, zullen voldoen aan de eischen, welke daaraan gesteld moeten worden, is het voor ons nodig te weten welke de eischen zijn dan wel of de door ons by de bestelling gemaakte voorwaarden voldoende geacht worden. Verder ryst de vraag of het model, waarnaar de firma VAN HEYST de helmen afleverde, het meest gewenscht wordt geacht dan wel of de voorkeur gegeven wordt aan een ander model (Het Engelsche wykt enigzins, het Duitse wykt zeer sterk af van dat van den Hollandsche helm; dit laatste werd door het Departement van oorlog vastgesteld). Wij teekenen nog aan dat een eenigzins meerdere preciseering van de samenstelling van het materiaal (waarin dus ook het percentage der verdere bymengselen is vastgesteld) op den prys van de helmen vermoedelyk wel geen invloed zal hebben. Wel zal modelwyziging, speciaal wanneer tot een model als het Duitsche mocht worden overgegaan, prijsverhoging ten gevolge hebben, zowel wegens het meerdere materiaal wat er voor noodig is als wegens de hoogere fabricagekosten etc, etc...... Hoofdstuk 5 Fotoalbum ? Een foto uit begin 1916. ? Een foto uit begin 1916.