Nieuw Nickerie

O aardig dorp achter de Corantijne,
waar altijd waait een koele wind uit zee;
waar cocosbomen ruisen ter begroeting,
waar elke weg privé-bezit is van het vee.

O grappig dorp, omgeven door de polders,
waar eenden snateren in dichtbegroeide trens:
waar asfaltwegen en gesloten riolering
wel altijd blijven zal: een onvervulde wens.

O akelig dorp, waar zand hoogtij blijft vieren,
waar stof de mond en neuzen binnendringt:
waarbij vergeleken de plaag van de mampieren
die van de kopro-prings in ’t niet verzinkt.

Boeginees (30 oktober 1965)

Back




1