![]() |
Gedaanteverwisseling van een mens in een wolf (of een andere dier) is natuurlijk fysiek onmogelijk.
Toch was het geloof in weerwolven in het Europa van de middeleeuwen wijd verspreid: de verhalen en legendes over weerwolven komen uit Scandinavië, Frankrijk, Duitsland, Sicilië, Centraal- en Oost Europa, de Balkan en Griekenland.
Hoogstwaarschijnlijk heeft het weerwolf-idee zijn oorsprong in de prehistorische jagers die zich in wolfsvellen hulden in het geloof dat ze van dezelfde krachten vervuld zouden worden als dit gevreesd roofdier.
Een weerwolflegende, waarin de transformatie bij volle maan tot stand komt, stamt waarschijnlijk ook uit de prehistorie.
Toen de mens wilde, wolfachtige honden ging temmen om ze te laten helpen bij de jacht, moet men gezien hebben hoe de dieren als het volle maan was met overgave naar die maan gingen zitten janken.
Door de hele sociale ontwikkeling van de mensheid heen, zijn de maan, de jacht en wolven met elkaar verstrengeld geweest, in steeds ingewikkelder mythen.
In veel legendes is de maangodin op jacht (zoals de Romeinse Diane, de Griekse Artemis en de Babylonische Ishtar), en zijn haar jachthonden in wolven omtoverde mannen.
En zo werd de mythe van de weerwolf geboren.
Van grote invloed op de ontwikkeling van het weerwolf-idee, en vaak te onrechte gezien als synoniem voor weerwolven, is lykantropie (betekent wolfman).
Lykantropie is een bestaande afwijking die al in de 2e eeuw na Chr. door de geleerde Marcellus Sidetes werd onderkend.
Iemand die aan lykantropie leed, verkeerde in de waan dat hij zichzelf in een wolf kon veranderen. Afhankelijk van de ernst van het geval, scheuren lykantropen rauw vlees met hun tanden aan stukken, janken en krijsen naar de maan en vallen andere mensen aan met een verwoestende bloeddorst waarbij ze hun slachtoffers in oncontroleerbare razernij de keel doorscheuren.
De geschiedenis is vol van weerwolfverhalen, met de middeleeuwen als hoogtepunt. Dit wordt aangetoond door het feit dat alleen al in Frankrijk tussen 1520 en 1630, 30.000 "weerwolfprocessen" werden gevoerd. In werkelijkheid leden de misdadigers aan lykantropie en andere geestesziekten, die leiden tot kanibalisme en seriemoorden.
De overvloed aan weerwolfverhalen in het middeleeuws Europa komt voort uit het grote aantal kenmerken waaraan je, volgens de folklore, een mens als weerwolf zou herkennen. Signalen waarop je moest letten als je oog in oog stond met een vermoedelijke weerwolf; - kleine puntige oren, vooruitstekende tanden en brede doorlopende wenkbrauwen.
Een verdacht persoon de hand schudden was een goede gelegenheid naar meer kenmerken te zoeken, zoals harige handpalmen, lange, kromme roodachtige nagels en een ongewoon lange middelvinger.
Maar hoe werd je eigenlijk een weerwolf?
Oude legendes verschaffen een groot aantal mogelijkheden. Afgezien van de doelbewuste acties zoals het dragen van magische mantels van wolfshuid of deelname aan magische rituelen, waren er vele manieren waarop je ten prooi kon vallen aan deze kwaadaardig gedaanteverwisseling.
Een ieder die water dronk uit een poel op een wolvenspoor of veelvuldig door wolven bezochte beekjes, zou zeker een weerwolf worden. Zo ook iedereen die het vlees of de hersenen van een wolf at, of zelfs maar het vlees van een schaap dat door een wolf was gedood.
De middeleeuwers uit Europa putten troost uit de gedachte dat weerwolven op een afstand konden gehouden worden door stukjes wolfsnagel boven de huisdeur te bevestigen. Men geloofde ook dat de dieren sterfelijk waren en door een gewijde kogel gedood konden worden.
In onze moderne tijd zijn er naast lykantropie nog een aantal verklaringen voor het geloof in weerwolven.
Twee vermeende eigenschappen van een weerwolven zijn het schuim op de mond en de mogelijkheid om iedereen die hij bijt in een weerwolf te veranderen. Dit wijst op hondsdolheid; een hondsdolle wolf zal zeker schuim om de mond hebben, en het is zeer waarschijnlijk dat - zeker in de in medisch opzicht onderontwikkeld middeleeuwen - een ieder die door zo'n wolf werd gebeten, deze ziekte opliep en tenslotte dezelfde symptomen ging vertonen.
Eens was de weerwolf een duivels en angstaanjagend schepsel. Tegenwoordig heeft hij, dankzij door Hollywood gecreëerde beelden een eigen plaats in de volkscultuur. Net als de filmvampier wordt de weerwolf van het witte doek steeds beminnelijker, hoffelijker en erotischer.
Maar hoe en Waarom?
In deze eeuw van technologie hebben angsten en verzinsels uit het 'primitieve' verleden geen plaats meer. Men heeft de weerwolflegenden ontmaskerd als onrealistisch en vaak uitgesproken belachelijk. Tegenwoordig weten we dat de echte gedaanteverwisselende weerwolf alleen in volkslegendes bestond. We zullen nooit worden aangevallen door een wellustige weerwolf.
Van Monster uit een nachtmerrie tot Megaster: de legende van de weerwolf heeft een verandering ondergaan die even dramatisch is als de gedaanteverwisseling van de weerwolf zelf in vroegere tijden.